Two Moors Way, december 2006
 
De Two Moors Way is een langeafstandspad in Devon, Zuidwest Engeland. Het pad oefende met name op Karin grote aantrekkingskracht uit, want een Moor hoort natuurlijk in de Moors. Dat de Moors ok zijn is van tevoren al duidelijk, maar wat nu precies een Dartmoor is niet. En wat moeten we met teksten als ‘Take Moor Care’, ‘Delve into Moor’s history’ en ‘the Meet Moors Scheme’? Time to get Moor active and to find out. We liepen rond de kerst ongeveer honderdvijftig kilometer in zeseneenhalve dag, kampeerden wild, trotseerden kilo’s bagger, honderden overstappen plus hekken en liters lager.

Vooraf
Augustus 2006, we zijn terug uit de Pyreneeën en niets is erger dan geen vooruitzicht op vakantie te hebben. Dus worden de voorwaarden bepaald: een afgeronde tocht en een week de tijd om te lopen. Het wordt de Two Moors Way in Devon, Zuidwest Engeland. Zo’n 160 kilometer van Ivybridge naar Lynmouth. Ivybridge ligt in het uiterste zuiden van Dartmoor en Lynmouth in het noorden van Exmoor.


The Two Moors Way is a long-distance walking route between Ivybridge on the southern edge of Dartmoor and Lynmouth on the North Coast of Exmoor, comprehensively way-marked except on the open moorland sections. It has a total length of 102 miles (163 km), making it an ideal week's walk.
The Way links the only two National Parks in southern England, and crosses both of them north-south. Not surprisingly, it passes through landscape of exceptionally high quality. Not only does this include the high moorland of some of the Dartmoor and Exmoor sections, but also the deep and wooded valleys of the moorland edges and between the moors, unspoilt rural scenery with a remote and tranquil feel difficult to find elsewhere in modern times. Walking mostly not difficult, but one or two strenuous stretches; some unway-marked open moorland requiring navigational skills.

The Two Moors Way is the major north-south walking route across Devon, but the County has a whole network of walking routes, some of which link to the Two Moors Way. For example, the Way coincides with the Tarka Trail for part of the route on Exmoor and links with the South West Coast Path at its northern end.
.
 
.
Karin 'Dart' Moor
De enige kroeg die ons daarna wil hebben is een pub annex bed & breakfast. Het is eigenlijk een klein feestje van de eigenaars, dochter en wat vrienden plus een paar eenzame bargasten. En wij dus. Dochter blijkt in Middelburg te studeren. Aardig om in Engeland te vernemen dat dat daar kan. Dochter wisselt wat woorden uit met ons, al is het alleen maar omdat haar moeder dan niet begrijpt wat ze zegt. Als het twaalf uur is zoent de hele kroeg de hele kroeg. Dat schept een band en we ontkomen dan ook niet aan de karaoke. Ook al omdat er daar totaal geen vuurwerk op straat is! Karaoke is niet echt onze eerste keus. Maar altijd beter dan Frank Sinatra die jolig je feestmutsje omhoog trekt en daarna het elastiek z’n werk laat doen. We kiezen voor Black Sabbath met Paranoid, lekker maar vooral kort.

Maandag 1 januari, terugreis
Met de eieren bij het ontbijt hebben we het nu wel gehad, we kiezen voor een ‘Continental Breakfast’, wat croissants, kaas en ham inhoudt. We lopen naar het station en treinen relaxt naar London Waterloo Station. Daar hebben we nog even tijd en we lopen de Thames over en weer terug. Vannacht was deze plek nog op tv, het door de BBC uitgezonden vuurwerk.

Volgens schone broer Gosse maakt Eurostar nog steeds verlies. Dat zou je aan de volle trein niet zeggen. Integendeel, we voelen ons vervoervee. Maar als je op weg bent is het weer goed en het stukje van twintig minuten door de Kanaaltunnel is nauwelijks spannend. Dat kan natuurlijk veranderen als de trein een lekke band krijgt.

Achteraf en info
Karin liep weer fantastisch. Er waren momenten dat ze ontketend was en mij haar achterkant liet zien. Dat is natuurlijk geen straf, maar van opzij kan je zo mooi haar stralende lach te voorschijn zien komen.

We blikken terug met een erg goed gevoel. Fraaie wandeling, dito wildkampeer plekken, veel afwisseling en voldoende historie om de geest te prikkelen. Hoewel we geen andere langeafstandslopers zijn tegengekomen, waren er vele leuke contacten met de Engelsen. Die zijn absoluut ‘hiking minded’ en snappen ook wat je aan het doen bent. We zijn weer in geweldige pubs geweest, de Engelsman die dat heeft uitgevonden houdt een biertje van ons tegoed. Het treinen ging lekker en daarbij het gevoel dat je ‘echt’ aan het reizen bent.

De winter is misschien niet de meest ideale tijd voor deze loop. Korte dagen hebben zo z’n beperkingen en een hoop bagger maakt het zwaar. De meest ideale tijd, zo schatten we in, zal mei/juni zijn. De loop is met rugzak en tent goed te doen in zes of zeven dagen. Vliegen kan het best via Bristol, maar aan een stuk treinen en/of bussen ontkom je niet. De loop is op z’n mooist van Dart- naar Exmoor, er zit dan landschappelijk een mooie opbouw in. Heb je wat meer tijd dan is het aardig om er nog een stuk aan te plakken in Exmoor, bijvoorbeeld een stuk South West Coast Path. Maar het barst er in het hele gebied van de langeafstands wandelingen.

Als documentatie hebben wij het het boekje The Two Moors Way van James Roberts gebruikt. Het is gedateerd (1994!) en we hebben niet de indruk dat er binnenkort een nieuwe druk komt. Voor alleen achtergrond informatie is het bruikbaar, maar die info staat wel tussen de routebeschrijving. De Recreational Path Guide van de Two Moors Way van John Macadam schijnt beter te zijn, maar is helemaal niet meer leverbaar. Onderweg zijn er legio wildkampeer mogelijkheden, ook campings en bed & breakfast’s zijn voldoende aanwezig.

Een zevendaagse indeling op plaatsen met voorzieningen kan zijn:

Ivybridge - Holne (21,3 km).
Holne - Widecombe-in-the-Moor (11,5 km).
Widecombe-in-the-Moor - Drewsteignton (23,8 km).
Drewsteignton - Morchard Bishop (23 km)
Morchard Bishop - Knowstone (23 km).
Knowstone - Withypool (20 km).
Withypool - Lynmouth (26 km).

Of in zes dagen:

Ivybridge - Holne (21,3 km).
Holne - Chagford (28,8 km).
Chagford - Morchard Bishop (30,4 km).
Morchard Bishop - Knowstone (30,4 km)
Knowstone - Withypool (19,2 km).
Withypool - Lynmouth (26 km).

De route kent op sommige plekken varianten, waardoor de kilometers kunnen afwijken. Er bestaat geen stripmap van het pad, je hebt vier kaarten van Ordnance Survey nodig waar de Two Moors Way op ingetekend staat:

- Outdoor Leisure no. 28 Dartmoor
- Explorer no.113 Okehampton
- Explorer no.114 Exeter and the Exe Valley
- Outdoor Leisure no. 9 Exmoor


Je mist dan tussen de 113 en 114 een stukje van een kilometer, waarvoor je anders de Explorer 127 zou moeten aanschaffen. Echt niet nodig, het is goed te zien hoe je moet lopen. De route zelf is redelijk bewegwijzerd, maar op Dartmoor op één steen na niet. Dat is bewust gedaan, geen bordjes vervuiling. In ons geval hebben we, bij gebrek aan loopsporen, een aantal malen in weilanden het kompas moeten gebruiken om de looprichting te pakken. De bewegwijzering is daar soms vaag. En op de moors heb je zeker een kompas nodig, ook al omdat het daar erg mistig kan zijn.

Wij zijn van plan om nog eens terug te gaan om Dart- en Exmoor apart te doorkruisen en een paar bijzondere pubs aan te doen. Dat zegt genoeg!

Amsterdam, januari 2007, Leendert P. Bakker.
Kaartje Two Moors Way
Deze moors (hoge heidegronden) zijn ieder ook nog eens National Park en zoals de Engelsen het zo mooi zeggen ‘breathing spaces’. Te zien aan het aantal verslagen op internet wordt de Two Moors Way niet al te frequent belopen en rond de kerst zullen we waarschijnlijk de enigen zijn.

We brengen Joke en Paul Fontein op de hoogte van onze plannen, want zij doorkruisen op dat moment met de camper Cornwall en Devon. Op de verjaardag van Moeder Johanna in oktober leveren zij ons dan ook een fikse stapel documentatie! Altijd handig en bovendien verhoogt het de voorpret.

Een volle bus verf maakt het nog erg spannend door op de linkerwijsteen van Karin te vallen. Een stuk nagel en vlees zijn weggeslagen. Maar Karin zet haar zinnen op een spoedig herstel en tegen zoveel mentale kracht is geen enkele wond opgewassen. Ze is op tijd hersteld.

Vrijdag 22 december 2006, heenreis
Om halfnegen treinen we naar Brussel om daar de Eurostar onder het Kanaal door naar London te nemen. De controle in Brussel is op ‘luchthavenniveau’ en mijn Fjallräven broek met koperen sluitingen zijn dankbaar voer voor de metaaldetector. Waarna m’n kruis wordt betast door een grote zwarte neger. De Eurostar is een waar genoegen, snel en relaxt. En een erg vreemde ervaring om Engeland binnen te rijden zonder ook maar zee gezien te hebben. We moeten
van London Waterloo naar London Paddington om verder te kunnen treinen en we moeten ook nog een gastankje kopen. Dus stappen we de metro uit op Piccadilly Circus om bij Cotswold Outdoor het tankje te kopen. Het loopt allemaal gesmeerd en we zijn op tijd op London Paddington. In de rij voor het loket gaat het alarm af en iedereen wordt verzocht het station te verlaten. Dat gaat allemaal erg rustig, maar ja de Engelsen weten ook wel dat af en toe iemand z’n broodtrommeltje op een bankje laat liggen.

In het kader van het zoeken naar een tijdelijk safehouse lijkt ons de pub een goed idee. Ook een goed idee is de eerste pint of lager als de pub geen koffie blijkt te serveren. We gaan de aansluiting missen,  maar we zitten daar lekker en het is er opvallend rustig. Terwijl er toch honderden mensen het station moesten verlaten. Als we even later de metro’s onder ons voelen rijden begrijpen we waarom. Per saldo een uur vertraging en we moeten nu via Plymouth naar Ivybridge. In de trein een hoop forensen en de notebook blijkt een erg populair tijdverdrijf. We zien fanatieke gamers, maar ook mensen die de computer aanzetten en vervolgens gelijk in slaap vallen. Karin verzucht dat dat mij nu nooit gebeurd.

We stappen om halftien de trein uit, Ivybridge. Het plaatsje en de lokale pub verliezen het van de omweg die we zouden moeten maken en om een uur of elf liggen we even boven Ivybridge in het tentje.
Dag één, Ivybridge - Holne
Het pad langs het weiland waar we in staan wordt gebruikt om honden uit te laten. Zo leggen we onze eerste contacten en ze vinden het stoer dat we in december kamperen. Wij ook wel, maar natuurlijk relativeren we dat. “When you got a wife as hot as mine, you would do the same!” Karin wijst me erop dat in dit kader ‘warm’ een beter woord is, maar ik betoog dat in deze omstandigenheden zowel een hete als warme vrouw je tot een verblijf in een tentje kunnen verleiden. Niet toegeven dat je fout zit.
Hot of warm, er moet ook gelopen worden. Het is bewolkt, droog, een graad of acht. Ideaal loopweer en het wordt nog prettiger als we al snel Dartmoor oplopen. De route op het moor is niet gemarkeerd, maar goed te volgen. Zeker als we de ontmantelde tramweg bereiken, die we uren kunnen volgen. De tramlijn was bestemd voor de aanvoer van werklieden en materiaal naar de China Clay Works en in gebruik in de periode 1912 tot 1932. Hier en daar zijn ‘spoil heaps’ te zien, begroeide afvalheuvels. Herkenbaar aan de licht onnatuurlijke vorm. Mooie vergezichten, in het dal zien we de rivier Erme stromen. Wilde paarden in het landschap.


We stijgen langzaam en de mist neemt toe. Omdat we de tramway nu hebben verlaten wordt het lastiger navigeren. Maar de ancient clapper bridge, een oude brug van gestapelde stenen, die lager ligt is nog goed te vinden. En ook de fundamenten van de voormalige  Huntingdon Farm, macaber door de aanwezigheid van één enkele grafsteen en één boom. Het weerhoudt Karin niet om even af te hurken. De macht der gewoonte zal hier een rol gespeeld hebben. Kerkhoven zijn ideale, want rustige en van struiken en bomen voorziene, plekken om vocht te verliezen. De lieden die daar, al is het onvrijwillig, permanent verblijven verliezen immers alle vocht…. In de directe omgeving zijn ook veel contouren van oude nederzettingen te vinden, herkenbaar aan cirkelvormige wallen in het landschap. Eeuwen geleden hebben hier mensen gewoond. Bijzonder om hier, nu in alle verlatenheid, langs te lopen. Hoe ze toen navigeerden in de mist weten we niet, maar wij doen het nu naast de kaart ook op kompas. Zonder het kompas waren we hier gaan dwalen en met kompas is het al spannend genoeg. We stappen dan ook opgelucht van het moor af en er resten ons nog een kilometer of vier naar Holne, onze bestemming van vandaag.


Als we daar keurig om een uur of vier binnenlopen, om half vijf is het donker, wacht ons een teleurstelling. De pub, The Churchhouse Inn, gaat pas om zeven uur open. En dat terwijl we toch echt wel een pint verdiend hebben. Tijd voor een onderzoek van de omgeving en even later hebben we gelukkig The Stone Barn ontdekt. Zomers kunnen ze daar een paar campinggasten hebben en wij mogen er nu ook staan: “You’re crazy, but yes you can stay here for the night’. Dus zetten we onze Lowland Conquest op, slapen een paar uurtjes en eten en drinken daarna in de pub. Daar blijkt dat de eigenaar twee maanden geleden spoorloos is verdwenen en de dorpsgenoten houden met beperkte openingstijden de pub open.
Oude clapper bridge
Dag twee, Holne - Chagford
Het voornemen is om dagelijks om zeven uur op te staan en om acht uur, als het net licht wordt, te vertrekken. Ook al omdat het hier om halfvijf donker is en het wel zo makkelijk is om bij daglicht te lopen. Toch lukt ons dat geen enkele keer, het record hebben we op de laatste loopdag gehaald: vertrek om halfnegen. Met de kou is het ’s morgens extra lekker in de warme slaapzak.

Kwart voor tien is de start en we dalen af naar de River Dart. Daar moeten we een keus maken, de Two Moors Way splitst zich hier en zal dat later nog een keer doen. Uiteindelijk zijn er drie routes, een westelijke, een centrale en een oostelijke route. De centrale route lijkt ons het mooist, die pakt het meeste moorgebied, dus bij de eerste keuze laten we de westelijke voor wat het is. Tussen Ponsworthy en Jordan ligt een beekje met bemoste grote stenen. Een waar sprookjesbos, prachtig. Bij het tweede keuzemoment moeten we toch van de centrale route afzien. Het is erg mistig. En hoewel dat een uitdaging is, naast bewegwijzering ontbreken er ook paden op sommige stukken, zal het ons erg veel tijd gaan kosten. Uiteindelijk zitten we dus op de oostelijke route.

Voordeel is wel dat we Widecombe in the Moor kunnen aandoen, of beter de Old Inn aldaar. Het plaatsje ligt ingeklemd tussen een aantal moors en is daarmee een populaire uitvalsbasis voor dagwandeltochten. We besluiten er een uitgebreide lunch te nemen, hebben we alvast een warme hap gehad. Na Widecombe is het een stuk asfalt stampen door een redelijk bosrijk gebied. De bevolking van Devon werkt veel met hagen langs de akkers. Dat zal z’n functie hebben maar het ontneemt je wel het zicht op je omgeving. Rond de klok van halfvier lopen we weer de weilanden in, de bomen tekenen fraai in de mist.
Boom in de mist
Op een bordje staat dat we nu op een stuk van de Mariner’s Way lopen. En dat is een interessant gegeven. Hier heeft een coast to coast pad gelopen, van de haven van Bideford aan het Bristol Channel naar Dartmouth aan het English Channel. De naam is ontleend aan het feit dat zeelieden deze route gebruikten om van de ene haven naar de andere haven te lopen. Raar idee dat jij hier voor je lol loopt en die gasten naar hun werk.

Als het om halfvijf donker wordt moeten we keuzes maken. We hebben vandaag te weinig gelopen en moe zijn we ook nog niet. Bij de boerderij Lower Hookner besluiten we dan ook om door te steken naar Chagford. We kunnen nu ook even lekker doorstampen, tempo hebben we vandaag nauwelijks gemaakt. Rond de klok van zeven stappen we Chagford binnen en zetten ons aan welverdiende pint. We worden door de aanwezigen herkend als Nederlanders “because of how we say hello”. De kroegbaas probeert ons te verleiden een bed voor de nacht te kopen, maar we slaan z’n aanbod beleefd af.
We proberen van de aanwezige gasten nog een tip te krijgen voor een goede wildkampeerplaats, maar de plekken die we op de kaart aanwijzen zijn ‘private property’ en als we de vraag wat algemener stellen is het antwoord: “you’ve done this before, you’ll find something”. En dat doen we ook, even buiten Chagford, achter een heg in een weiland. We hebben er een goed gevoel bij, niet gevallen voor de verleiding van een echt bed. Morgen is het kerst.

Dag drie, Chagford - Appledore Farm  
De dag begint met een gesprek met een heer die z’n hond uitlaat. Erg verdekt hebben we ons tentje blijkbaar niet opgezet. Hij vertelt ons dat we het mooiste gedeelte van de tocht nu achter ons hebben, over warren’s (doelgericht aangelegde konijnenkolonies) op de moors en over een pub op het moor waar al drie eeuwen het haardvuur niet uit is. Dat laatste verhaal hebben we al een keer eerder gehoord over een pub, maar al die haardvuurtjes lijken op elkaar en te controleren is het ook niet echt. Maar goed. 

Als we weer weg mogen hebben we al snel Castle Drogo in beeld. Eén van de laatst aangelegde kastelen in Engeland, 1930. We lopen er onderdoor en de uitzichten zijn geweldig. We raken al snel weer in gesprek, dit keer met een man die z’n vrouw in de Holy Trinity Church in Drewsteighton heeft gedropt en zijn ‘peace of mind’ liever hier zoekt.
Onderlangs Castle Drogo
De pub in Drewsteighton lijkt ons geschikt voor een kopje koffie, maar op eerste kerstdag wordt er om twaalf uur gestart in plaats van om elf uur. Daarmee lopen ze veel klandizie mis, zien we als we ons eigen kopje koffie maken. De man is er ook weer aanbeland, vindt z’n vrouw weer terug en we worden uitgebreid voorgesteld. Door diversen mensen worden we op een pub twee kilometer verderop gewezen. Maar het is uit de richting en serieus heuvel af, dus dat doen we maar niet.

Dat waren dan wel de ontmoetingen voor vandaag. Alhoewel, we ontmoeten nu een indrukwekkende hoeveelheid overstapjes, hekken en enorm zompige weilanden. Engeland kent het principe van Right of Way, wat wandelaars in staat stelt om over privé terrein te lopen. Het is echt heel uitgebreid en een fantastisch gegeven voor wandelaars. Daar kunnen wij Nederlanders nog iets van leren en de Belgen helemaal. Daar sturen ze de hond op je af of verwelkomen ze je met een buks. Maar het heeft dus ook z’n keerzijde, zeker in deze tijd van het jaar. Het gegeven dat doorgangen bij hekken ook door de beesten worden gebruikt, brengt met zich mee dat de zompigheid tot bagger verwordt en bovendien vermengd wordt met drek. En die reikt op de verkeerde momenten tot iets hoger dan de schachten van je schoenen. We zien toch een voordeel: zweetvoeten ruik je niet meer.
Mist, mist, mist......
Near Appledore Farm
Morchard is a shithole
Karin ontdekt een ander voordeel. Ze doet het zoveelste hek open, laat mij passeren en doet het netjes weer dicht. Maar ik zie haar aan de andere kant staan en vraag: “Wat doe je schatje, moet ik alleen verder lopen”? Fifty ways to leave you lover van Paul Simon in gedachten. Maar dat blijkt gelukkig niet zo te zijn en het hek gaat nog een keer open. Het loodzware traject en dag drie, die al niet haar beste is, eisen nu de tol. De vermoeidheid slaat zwaar toe. Een geschikte plek voor het tentje vinden vraagt nog een paar kilometer en we zijn dan ook erg blij als we staan. Karin doet zoals gewoonlijk de inrichting en ik moet even wachten voor ik naar binnen mag. Het schatje heeft een heuse kerstverlichting georganiseerd. En chips!

Dag 4,  Appledore Farm - Witheridge
Boxing day. We hebben vorig jaar aan een Engelsman gevraagd waar dat nu precies voor staat. Hij dacht dat het met kadootjes te maken had, a box kan ook geschenk betekenen. But he said he might be in the wrong box en dat betekent dan weer dat hij het ook glad mis kon hebben. Hoe dan ook, wij kregen bij het opstaan een kadootje. Drie herten op het weiland waar we staan. Wij zien hen, zij zien ons. Wij staan stil, zij ook. Na drie minuten houden ze het voor gezien.

Het volgende kado dient zich aan bij het gehuchtje Clannaborough Barten. Een hondje dat met ons meeloopt. Karin zegt tegen me dat hij dit vast wel vaker doet en straks wel weer terug gaat. Maar als we rechtsaf een stukje de A3072 moeten pakken richting Copplestone wordt het gevaarlijk. Het hondje gaat op de weg zitten en een grote truck met oplegger moet er om heen zeilen. Karin uit nu kreten die ik nog nooit heb gehoord en zwaait vervaarlijk met haar stokken. Hondentaal die appelleert aan ’s
beests oerinstincten, want de staart gaat tussen de benen en het hondje druipt af. Zelden iemand een kadootje zien wegjagen.  

Maar, Karin krijgt een herkansing. We passeren net na Shobrooke Bridge een jongeman die aan het boeren is. In agrarische zin. De jongeman heeft een quad en laat nu zien dat hij er ook op kan rijden. Zoals bij veel jongemannen is doseren niet zijn sterkste punt. Wat jammer is, want zijn kansen op enige aandacht van Karin zijn nu geminimaliseerd. En als kado kwalificeert hij al helemaal niet meer.

Rond de middag komen we aan in Morchard Bishop. De London Inn, de pub, heeft z’n naam ontleend aan het gegeven dat dit de route is van Barnstaple naar Exeter en verder naar Londen. Mooi om te weten, maar de pub is dicht en verder is er ook niets te beleven in dit dorpje. Van de tekst in het bushokje, waar we even uit de wind kunnen zitten, kijken we dan ook niet op: ‘Morchard is a shithole’. De kansen lijken te keren als we mensen de pub in zien lopen, hij gaat net open. We lunchen daar en mogen een paar regels schrijven in het wandellogboek. Altijd lastig en zeker als je in eerste instantie aan de bar wordt genegeerd. Maar ik houd het positief en schrijf:
Between the Moors of Dart en Ex
It’s hard not to think of sex
Not because of Morchard Bishop and all
It’s a shithole, I read it on the wall
No, it’s my girlfriend so pretty, so fine
That makes my young man shine.
Waarmee we ongetwijfeld het logboek op een hoger cultureel niveau hebben gezet. Niets ten nadele van de Engelse cultuur overigens, want zij vernoemen plaatsen of huizen naar belangrijke bands. Zo zijn we net na de ‘boer on quad’ het huis ‘Slade’ gepasseerd en we zijn nu op weg naar het plaatsje ‘Black Dog’, één van de meest krachtige Led Zeppelin songs. Karin weet niet meer precies hoe dat liedje gaat en ik zing het haar, inclusief Robert Plant falset, voor:

Hey, hey, baby, when you walk that way
Watch your honey drip, can't keap away.
Ah yeah, ah yeah, ah, ah, ah.
Ah yeah, ah yeah, ah, ah, ah.

Karin vraagt nu of haar feromonen uitsluitend tekstregels bij mij oproepen. Verbijsterd roep ik iets over ‘‘rugzakken’ en ‘lastig’ en ben stil tot ver na Black Dog.

In de schemer lopen we Witheridge binnen en gelukkig is er een pub open, the Mitre Inn. Dat is wel een heel gezellige countrypub, sfeervol ingericht, goede muziek en een lekker open haardje. Voeg daar bij dat het weer een dag met veel weilanden, bagger en overstapjes was. Dus als blijkt dat we boven de pub kunnen slapen, gunnen we ons de afwisseling van comfort. Douchen, spullen drogen, eten in de pub. En in bed geen tekstregels. Karin droomt van spooky sheep.
Spooky sheep
Dag 5, Witheridge - Anstey Money Common
Barbara is speciaal voor ons vroeg uit de veren en  maakt een ‘cooked breakfast’. Dat is wel wat anders dan hardkeks. Barbara en Andy hebben een paar jaar geleden de pub overgenomen en met hard werken er iets van gemaakt. Hun zoons, die in Kent zijn blijven wonen, zijn met de kerst op bezoek geweest maar vertrekken vandaag weer. We hebben een aardig gesprek.

Het landschap is nu duidelijk aan het veranderen, de overgang naar de ‘moors’ wordt zichtbaar. Minder gecultiveerd, al wat ruiger en dat maakt het na twee dagen weilanden een stuk aantrekkelijker. Ook om te lopen, we houden er wel van om een beetje op te schieten en kunnen dat nu. Zo zijn we vertrokken op een zevendaags schema, maar blijven toch met een schuin oog naar de dagindeling uit het boekje over The Two Moors Way van James Roberts kijken. Die doet het in zes dagen, maar in de zomer en zonder tentje.
Mason Arms Pub
De route loopt tot aan het Knowstone Outer Moor overwegend hoog, dus we kunnen lekker van ons of kijken. En de omgeving langzaam zien veranderen. We lopen onder de A361 door en moeten weer wennen aan het lawaai van de auto’s. De bedenkers van de Two Moors Way hebben af en toe echt hun best gedaan: we worden in Knowstone recht over het kerkhof geleid. En als we daar vanaf stappen staan we recht tegenover de pub, de Mason Arms Pub. Het verhaal wil dat de timmerlieden die de kerk van Knowstone bouwden hier verbleven. Weer zo’n fraaie en sfeervolle, we blijven dan ook twee potten koffie lang hangen.

Na Yeo Mill gaan we eerst langzaam maar dan zeker stijgen. Exmoor komt er aan. En bij Badlake Moor Cross is het dan zover. Het voelt goed die ruige natuur en het voelt ook goed omdat we weten dat we aan de laatste dagen van onze tocht beginnen. Exmoor onderscheidt zich onder andere van Dartmoor door de afwisseling van gecultiveerd landschap en moors. Vlakbij zo’n overgang parkeren we ons tentje op een werkelijk schitterende plek. We gooien kokend water in de zakjes zigeunerschotel en beefhotpot en zijn het over eens dat de laatste onze voorkeur heeft. Paul vraagt via sms om een sitrap (situatie rapport) en we brengen in een paar regels verslag uit. Hij weet ook dat het nu niet meer stuk kan.
Wildkamperen op z'n best: Anstey Money Common
Dag zes, Anstey Money Common - Cornham Ford
We kruipen het tentje uit en zien de zon opkomen. Even herhalen: de zon opkomen. Voor het eerst tijdens de tocht! En hij laat ons de hele dag niet in de steek. Als we afdalen naar Slade Lane zien we beneden een hert of vier. Ze hebben ons lange tijd niet door en zo van bovenaf kunnen we ze goed volgen. We lopen door het plaatsje Hawkridge en met met het zonnetje erop oogt het allemaal erg lieflijk. Bij de Parsonage Farm splitst de Two Moors Way zich. We kiezen voor de kortste route naar Withypool en missen daardoor de wandeling benedenlangs de River Barle met Tarr Steps, nog een ancient clapper bridge op de route. Historici twisten over de vraag of dit een overblijfsel is uit de prehistorie of uit de middeleeuwen. Onze bijdrage in deze discussie wordt dus niet geleverd, maar waarschijnlijk waren we toch niet verder gekomen dan ‘het is in ieder geval oud’. Maar we pakken wel een stuk moor met een fantastisch vergezicht en veel meer zon! Withypool is een klein plaatsje met een Post Office Store, zeg maar een combinatie van een postagentschap en een kruidenier. We kopen daar een tros druiven, cashew-noten, geroosterde pinda’s  en twee kingsize lions. Na lijkt dat misschien niet vermeldenswaardig, maar zo maken we er ’s avonds voor de laatste keer in het tentje wel een feestje van. Het plaatsje heeft ook een pub, de Royal Oak. We eten daar een baquette met rosbief en horseradish (mierikswortel) saus. Engelser kan het bijna niet.
Na Withypool volgt een mooi traject over de moors. Wilde paarden, fraaie vergezichten en een mooie afdaling naar de River Barle. Daar splitst de Two Moors Way zich weer en ook nu laten we de River Barle en daarmee Simonsbath voor wat het is. Alhoewel dat ook een mooi plaatsje moet zijn, krijgen we er geen spijt van. We vinden namelijk een fraaie wildkampeerplek vlak bij Cornham Ford, waar de moors prachtig zijn uitgesleten door de hevige stormen vanaf the Bristol Channel. En ook nu is er slecht weer voorspeld, dus het tentje gaat met de korte en ‘vaste flap’ kant in de wind en we zetten alles extra stevig vast. We zijn behoorlijk moe, dus als om een uur of halfzes het tentje staat en alles geïnstalleerd is sluiten we even de ogen. Om een uur tof tien worden we weer wakker, het is nu inderdaad pittig gaan waaien en de tentstokken maken neerwaartse bewegingen. Maar, misschien nog wel leuker, ook weer opwaartse! We luisteren naar het natuurgeweld en Karin stopt met regelmaat een paar druiven in m’n mond. Life ain’t that bad, sterker nog, dit is geweldig!
Wild horse on Exmoor
Wild Karin on Exmoor
Dag zeven, Cornham Ford - Lynmouth
De rugzakken inpakken is een heel gedoe, want alles gebeurt in de tent en we zitten er alletwee nog in. Dat betekent dat het hard regent. En het waait ook nog steeds pittig. Dus even de kop er bij houden en de tentharingen zo lang mogelijk laten zitten. Het tentje zien wegwaaien is spectaculair, maar wij willen dat niet meemaken.

Als we het moor oplopen maak ik me toch een beetje zorgen. Het wordt steeds mistiger en ik zie ons al om de vijftig meter in de kompasrichting opstellen. Dat kan dan wel eens een hele lange dag worden. Maar het valt mee. Want bovenop het moor heeft de wind vrij spel en wordt ons zicht alleen beperkt door de regen.

Als ik Karin zo voor me zie lopen komen de beelden van de eerste etappe van m’n allereerste langeafstandswandeling weer boven. Dat was met Paul tijdens Vijf dagen Coast to Coast in 2002. Het bewuste beeld is het water onderin de regenhoes om de rugzak. Karin heeft een doorzichtige hoes en ik zie er gewoon tien centimeter water in staan! Dat levert later nog een, achteraf gezien, leuk moment op.  

Maar onze kleren blijven vooralsnog droog en we lopen bovenop Exmoor wel in een fantastisch stuk natuur. We moeten twee keer Hoaroak Water oversteken en het kost enige moeite om de juiste plek  te vinden. Langzaamaan komen we helemaal bovenop het moor en weer beseffen we dat het hier met helder weer helemaal fantastisch moet zijn. Toch zijn we nu meer met ons zelf bezig, want we lopen als dronkemannen over het pad. De wind blaast ons er ons gewoon vanaf!
Exmoor
Eerste blik op Lynmouth en the Bristol Channel
Als we net voor Cherlton van het moor af- en uit de wind zijn, vindt Karin het tijd om even af te hurken. De hele dag nog helemaal niemand gezien. Ik zeg tegen Karin dat ze de rugzak niet moet neerzetten voordat de regenhoes eraf is. Dit gezien de eerder genoemde laag van tien centimeter water. Deze bungelt tot nu toe onder de rugzak, maar popelt om er bezit van te nemen. Dus hurkt ze af met de rugzak om. Allemaal geen probleem, totdat er een mountainbiker langskomt. “Leen, help!”.
Maar Leen heeft in één hand z’n eigen rugzak en probeert met de andere z’n eigen zwembadje leeg te laten lopen. Karin probeert intussen haar slipje op te hijsen, maar wordt daarbij zwaar gehinderd door de rugzak en haar regenpijpen. En ze wil natuurlijk niet verder met  haar slipje over de broek en regenpijpen heen. Het lukt dus gewoon niet en mijn dame staat daar gewoon in haar blote kont. De mountainbiker is snel voorbij, maar blijkt een voorbode van een groepje van vijftien te zijn. Daarmee verwordt het ‘even plassen’ tot een ware show.
En het moet gezegd worden, de bikers reageren enthousiast. En medelevend. Van ‘wow’, van de mannen, tot ‘everybody got to pee sometimes’ van de vrouwen in het gezelschap. Nu zijn Karin’s billen uiterst fraai, maar evenzo een redelijk goed bewaard geheim. Niet meer in Devon.

We zetten nu het laatste stuk in, hoog langs de rivier de Lyn. En hoewel het blijft regenen en het uitzicht niet optimaal is, is het een prachtige finale. En echt kicken als we de eerste blikken op het Bristol Channel krijgen. Het is glad op het pad en Karin glijdt weg en valt. Nu weet ik waar ‘Take Moor Care’ voor staat. Gelukkig geen blessures, maar de steile afdaling gaat nu wel voetje voor voetje. Rond de klok van twee uur zijn we in Lynmouth, maken snel een ‘finishfoto’ en duiken dan de pub in. Een pint of lager en droog worden! De pub komen we deze dag ook niet meer uit, want we blijven er eten en slapen.
Gehaald! Lynmouth
Laatste blik
Zaterdag 30 december, alvast een stuk terug
De bus naar Barnstaple, met een station, vertrekt vanuit Lynton. En volgens de kaart ligt dat om de hoek. Dat klopt ook, alleen blijken op diezelfde kaart ook nog wat hoogtelijntjes te staan. Bij nader inzien. En dat betekent onverwacht zweten als een otter, iets wat we met een schoon lijf en schone kleren nu niet echt meer waarderen.

De bus is op tijd, maar de buschauffeur wil eerst een sigaretje roken. Wij ook, dus we maken een praatje. Hij is internationaal chauffeur geweest, kent Tilburg en Ahoy, maar met de jaren acht hij een local job beter. In Barnstaple waarschuwt hij ons als we eruit moeten, met een gedetailleerde beschrijving van de route naar het station.

We reizen naar Salisbury waar we nu twee nachten zullen blijven. De ingebouwde reservedag hebben we niet nodig gehad en we geven, hoewel het rond Lynton prachtig is, er de voorkeur aan om alvast een stuk terug te reizen. De boemel naar Exeter kruist de Two Moors Way ter hoogte van, zeg maar, boer op quad. Onze neusjes drukken daar tegen het raam.

Salisbury is een leuk stadje, zien we als we naar het hotel lopen. We eten ’s avonds meer dan voortreffelijk in een Thais restaurant.
Zondag 31 december, karaoke
De winkels zijn open, dus bij het bekijken van het stadje lopen we hier en daar wat winkels in. Karin scoort een Berghaus ladiesregenbroek. Relatief goedkoop, maar ook los daarvan de aanschaf waard. Want als je éénmaal een regenhoeszwembadje op je door regenpijpen vrijgehouden kont hebt voelen leegstromen, dan heb je het met pijpen wel gehad.

Salisbury heeft een fraaie kathedraal en van zoveel cultuur moeten we toch echt even bijkomen. In de pub zit een bijzonder stel. Een jonge mooie Afrikaanse vrouw en een lelijke oudere Engelse vent. We vragen ons af hoe dat zit. Als we even later in gesprek raken wordt dat duidelijk. Hij heeft een beveilingsbedrijf in Afrika en zij is met hem getrouwd om economische redenen. Opmerkelijk is dat de vrouw Engeland crimineler acht dan Nigeria. Dat ze zojuist tussen twee borrels door gerold werd bij het sigaretten kopen helpt natuurlijk ook niet echt.

Terug in het hotel moeten we even bijkomen van al dat bier en halfnegen ’s avonds schrikken we wakker. Dat het lastig wordt om nog ergens te eten op oudejaarsavond is duidelijk. In het hotel kunnen we eventueel aanschuiven bij een ‘black tie’ diner met een Frank Sinatra-imitator. Afgeladen is het en alle stelletjes hebben feestmutsjes op. Gelukkig maar. Want daarmee hebben we vier goede redenen om er niet aan mee te doen. 

Het enige restaurantje wat ons wil hebben is Happy Wok. Paul had ons nog gewaarschuwd voor de Chinees in Engeland, maar nood breekt wet. We zijn volgens de ober te bescheiden in onze bestelling en doet er nog twee voorgerechtjes bij. Het blijkt daar onbeperkt eten te zijn voor een vaste prijs en als je van de Wok niet gelukkig wordt, dan is het de bedoeling dat je daar Happy van wordt. Karin bestelt als voorgerecht gefrituurd zeewier wat als het opgediend wordt volgens ons gewoon gebakken schaamhaar is. We benaderen dit positief, want dit is een nuttige wetenschap voor een eventuele volgende hongerwinter. Met honger én een versterkt libido fiets ook ik de provincie wel in.
Salisbury, oudejaarsavond
I do it Moor way
Voor Withypool