Dag 7 Ruighe nan Leum - Mar Lodge, vrijdag 18 mei
Afstand 24,5 km, stijgen 256 m, dalen 375 m.
 
The (One Toe)Dutch Dippers
Een teamnaam is belangrijk vinden we. We doen het tenslotte samen en dat willen we uiten. Je leest daarover hier meer.

Het kiezen van een naam is niet eenvoudig. Je laat daar mee zien wie je bent, er moeten wel een paar belangrijke zaken in samenkomen. Zo willen we wel even laten weten dat hier ook kaaskoppen aan de wandel zijn en dat mochten er deelnemers zijn die zichzelf serieus nemen, wij dat in ieder geval niet zijn.
(deel 2)TGO Challenge, Schotland
10  t/m 26 mei 2012
voor deel 1 klik hier...
De behandeling van de schoenen  heeft gewerkt. Van de teen heb ik geen last, alleen heeft de dunne sok tot geschuif van de schoen over de hiel geleid. Willem plakt er nu een pleister op, daar overheen ducttape,  de gewone sokken gaan weer aan. Dit werkt. Hierna heb ik de hele tocht geen blaren en pijn meer gehad.  Willem en ducttape, meer heb je op een tocht niet nodig.   

We zijn laat uit bed en éénmaal in de schoenen komen er al Challengers langs die verder terug langs de Feshie bij- of in een bothy hebben geslapen.  Glen Feshie is één van de weinig manieren om redelijk lowlevel in Braemar te komen, het is dus relatief druk hier. Zeker twintig personen zien we vandaag onderweg. We wijzen Lynsey de manier om zonder te doorwaden dit stroompje over te komen, wat ze zeer waardeert.
 
Try us!!
In de naam 'The Dutch Dippers', wat staat voor De Bitterballen, vinden we onze wensen heel behoorlijk terug. Omdat bij de TGOC erg belangrijk is hoe vaak je 'm al gelopen hebt, willen wij juist benadrukken dat we 'm nog nooit gelopen hebben. Een 'one toe dipping' is iets voor het eerst doen, met enige watervrees. Eén teentje voorzichtig in het water. De 'toe dip' verwijst bovendien naar de gewoonte om bij Coast to Coast Walk's om de tenen, schoenen, aan beide kanten van de kust even in het water te hangen.

Dus besluiten we om voorlopig The (One Toe) Dutch Dippers te heten, waarna als de tijd daar is dit te veranderen in The Dutch Dippers.
If you are digging dippers, yeah...!
Dat zit behoorlijk knap in elkaar denken we, maar toch blijkt het daar in Schotland niet te werken.

The Dutch Dippers, uuhh? What is a croquette? One Toe Dipping, uuuhhh??? Alsof een stel schapen staat te kijken hoe jij je tentje opzet. We komen niemand tegen die er ook maar iets van begrijpt, laat staan de humor er van inziet.

Iets te hoog gegrepen door ons.
Tony 'got the looks' Hewitt
Bij een schapenkot komen we tot onze verbazing ook Martin weer tegen. Toen wij in Newtonmore bleven is hij doorgelopen naar Aviemore, maar nu toch weer back on our track. Hij heeft een goede vriend ontmoet daar en dat was erg gezellig. Bij een vervallen schuur zit een man buiten te koken, Russ en Herman zitten binnen. Het is maar net hoe je omgaat met instortingsgevaar.  We maken een plaatje als de man wegloopt, een geel matje bovenop de rugzak,  oldschool, maar zeker met looks en in balans. 

De man blijkt Tony Hewitt te heten, we zien hem weer aan tafel in Mar Lodge, een oud jachtslot. Daar serveren Jean en haar collega ons een uitstekende shepherd´s pie en proberen een foto van het gezelschap te maken, zie het videootje hierboven.
En ze bieden ons een uitstekende nazit met een open haardvuur.  We ontmoeten daar Ian, met mooie verhalen. En Tony blijkt een aangenaam causeur, we zijn het over eens dat ons gesprek  ooit ergens een vervolg moet krijgen.  
Dag 8 Mar Lodge - Braemar, zaterdag 19 mei
Afstand  8,0 km, stijgen 168 m, dalen 166 m.

De volgende dag blijken andere TGO Challengers in de Stag Ballroom geslapen te hebben, waar 2500 (!) hertengeweien aan de muren en het plafond hangen.  Kamperen op gras en in de Stag Ballroom slapen zijn uitzonderingen die Mar Lodge (National Trust of Scotland) graag voor TGO Challengers maakt, al met al een zeer warm welkom.
On the move again
What is left of the Red House
Two Scarp Ones
At Mar Lodge
Dinner in the Mar Lodge kitchen
The Shepherds Pie
Tony and Leendert
Stuck between Fox and Howell with their Duomids
The lonesome Trailstar far away from home
Mar Lodge Ballroom
Waiting to get hung
Between Mar Lodge and Braemar
Braemar
Braemar
Vandaag wordt het een lekker makkelijk dagje. Het is een paar uur lopen naar Braemar, waar we blijven tot zondagochtend.  Tentje prikken, lunchen, door Braemar kuieren, wat winkeltjes inlopen,
douchen, spullen drogen.

Willem constateert dat hij inmiddels een overschot aan pakjes shag heeft. Hij rookt veel minder, maar in de - uit Nederland opgestuurde - herbevoorradingspakketten zitten steevast weer een aantal pakjes. Het overschot moet eigenlijk weer terug naar Nederland en we proberen het bij het plaatselijke postloket. Maar ondanks dat dit loket in een supermarkt zit, hanteert de eigenaar strikt de tijdelijke postloket-openingsuren. Gelukkig kent Willem de mannen uit de plaatselijke outdoorwinkel en die zijn zo vriendelijk om een pakketje naar Willem’s huisadres te sturen. Thank you,  Braemar Mountain Sports!

Op de camping loopt het inmiddels aardig vol, we maken kennis met Frank Davis uit Amstelveen en schudden Andy Howell de hand. Andy en Willem zijn de enigen tijdens deze TGOC met een MLD Duomid tent, beide ook nog eens in de cuben fiber uitvoering. Dat schept een band!

In het dorp zit de Hungry Highlander.  Van oudsher een fish & chips tent, maar nu overgenomen door Indiaërs.  In de TGOC invasie zien ze duidelijk omzetkansen, want tijdens onze kuiertocht zien we nog papier achter de ramen zitten, even later is het  weg, zien we allerlei bedrijvigheid en ja hoor, op zoek naar avondeten is de tent open! Nu houden we van overzichtelijke risico´s, dus dit gaan we proberen.  De Indiase kaart ziet er goed uit.

De rolverdeling van de mannen blijkt nog niet helemaal afgestemd te zijn. Ze nemen alle vier bestellingen op, staan alle vier te koken en rekenen ook met z’n viertjes af. Maar hebben slechts één rekenmachine. Zo rommelen ze wat aan, lopen heen en weer, staan elkaar in de weg, kliederen met saus, zoeken dingen en zijn vooral goed in onnavolgbaarheid. We zijn erg benieuwd of we krijgen wat we besteld hebben, een verrassing calculeren we alvast in. Maar het lukt wonderwel en het mag gezegd worden, het is heerlijk Indiaas eten! 

Mr.  Cuben is hier ook, hij ontdekt dat je hier toch nog steeds frites kan bestellen. Nu konden we bij onze wachttijd van een half uur iets voorstellen - er wordt vers gebakken -  maar een half uur op een bak frites wachten is erg lang. Als hij naar buiten komt druipt de teleurstelling van z’n gezicht. Het blijkt dat de dop van de zoutpot is geschoten en de inhoud in z’n geheel op zijn frites is beland. Of hij nog een half uur wil wachten. Voor ons een mooie gelegenheid om te vragen of we een foto van z’n Five Fingers mogen maken.  Dat mag. Als we hem vragen waarom een omhulsel van vijf tenen ‘Five Fingers’ wordt genoemd, moet hij ons het antwoord schuldig blijven. Are we the first to ask?
Braemar Campsite
The (One Toe) Dutch Dippers
The Dutch Press in front of the Five Arms
Yummie
Willem and Tony
Five Fingers
Fingers Owner
In the Hungry Highlander
A curry bill
Hungry, but a Highlander?
Op zoek naar een antwoord gaan we naar de Five Arms. Lijkt ons een goed excuus om deze pub in te stappen. Maar als we binnen zijn weten we dat we het antwoord niet gaan krijgen. Merkwaardige mix van publiek. We kijken naar de voetbalwedstrijd  Chelsea - Bayern Munchen. De hekel van de Schotten aan de Engelsen is niet groot genoeg om voor Bayern te zijn. Waarmee Willem en ik niet lang doen over onze barpolitieke analyse: met de onafhankelijkheid van Schotland wordt het niets.
Dag 9 Braemar - Shielin of Mark, zondag 20 mei
Afstand 30,7 km, stijgen 1.124 m, dalen 823 m.

Mooi weer! We genieten deze tocht al volop, maar dit mooie weer is aangenaam extra. Het zal ons de rest van de tocht ook niet meer verlaten… !

Vanaf de camping lopen we langs de oostkant van Braemar richting de doorgaande weg naar Ballatar. Vlakbij de weg komt een TGOC’er  ons tegemoet. Omdat wij op dat moment west lopen en hij oost, in principe de goede richting, slaat de twijfel toe. Lopen we nog goed? Volgens de kaart wel, er zijn geen alternatieven, struinen lijkt gezien de hoogteverschillen niet te doen.  We moeten hier het pad west volgen en straks - bij de weg - oost. En dat klopt. Wij lopen over de weg en zien dat de TGOC’er zich aan het vastlopen is. De steile hellingen lopen af tot op de weg, het terrein is erg ontoegankelijk, struinen kan, maar wel met veel tijdverlies. Ons verplaatsend in zijn persoon, wat er met hem gebeurt als we hem inhalen, zoeken we al naar een doorgang door de afrastering.   Zo gaat het ook, Jules in zijn naam en nadat hij op onze aanwijzing door het hek kruipt raken we in gesprek.
Hij heeft verschrikkelijke dingen meegemaakt als militair in Afghanistan, is zwaargewond geraakt en is na zijn revalidatie bezig met de opbouw van zijn nieuwe leven: ‘taking care of babies, instead of killing them’. 
Invercauld Bridge
Willem and Jules in Ballochbuie Forest
Another famous Royal bridge
Leendert and Jules
The Prince´s Stone
Willem at Gelder Shiel
Gelder Shiel just for us
Gelder Shiel after one quarter
Als onze wegen scheiden tovert hij shortbread uit z’n rugzak. En zien we een kudde herten verschijnen op het open veld voor ons.

We moeten even opletten, maar het paadje zuidoost hebben we  te pakken. Nauwelijks te zien. Op de kaart is het duidelijk een pad, in werkelijkheid niet. Om er door te komen is het eigenlijk struinen, ploegen, hei- en ander vegetatie wegdrukken en we zijn dan ook blij als we hogerop het bos verlaten en het pad weer duidelijk wordt. Als we even zitten schrikken we van Shewie en Mick die langs komen. Het is zo ontoegankelijk geweest, niet voor te stellen dat hier meer mensen lopen. Mick roept: ‘do you like this heather bashing guys?’ en Willem heeft daarna gemengde gevoelens. Hij zou Heather, vriendin van Ali en Sue, never nooit willen bashen. ‘Nee Leen, dat is een leukie’.

Lunchtime bij Gelder Shiel, deels een bothy, is het plan. Een soort van oase midden op de moors, met een fantastisch uitzicht op de Lochnagar, op de holle kant. We blijven foto’s maken, het zicht verandert steeds en hoe dichterbij we komen hoe mooier.  We zitten hooguit een kwartier als de eerste tochtgenoten zich aandienen. Nog een kwartier later zit het grasveldje vol met TGOC’ers, het is echt ongelooflijk wat zich hier voltrekt. Waanden we ons ‘really remote’, zijn we nu in gezelschap van zes heren,  hebben we nu stroop aan onze kont, wat is dit? Ook Tony komt aangelopen, hij blijft hier slapen.  Een beetje jaloers zijn we wel.  Maar wij willen onze reservedagen sparen, zolang het lekker- en goed gaat gaan we door.

We lopen oost langs de Nagar, dalen lang af en lopen langs een zomerhuis van Prins Charles.  Militairen in Landrovers bewaken zijn eigendom. Om bij de bothy ‘Shielin of Mark’ te komen moeten we nog een pittig stuk. Het is al laat, we zijn al lang op pad, we zijn moe. Nu het pad er niet meer is moeten we struinen, langs- en over peat hags op koers lopen, dat valt niet mee. Willem is boos omdat ik niet op hem wacht, ik wacht niet op Willem omdat hij mijn richting niet volgt.  Zo kan dat gaan als je erg moe bent.
Als we de bothy vinden is het is een uur of negen ’s avonds. Er staan een paar tentjes en als ik de deur van de bothy opentrek is daar een enorm gesnurk en een walm van alcohol. Ron Moak en ene Robert  hebben de twee slaapplaatsen bezet en liggen daar al te pitten. Robert vraagt me verdwaasd of het al morgen is, maar nee, ik moet hem teleurstellen…  We besluiten om deze toeristen hun rust te gunnen, maar eigenlijk zijn het een stel asociale gasten. Dat je de slaapplaatsen niet met iedereen kan delen is duidelijk, maar faciliteiten delen is een primair beginsel in de bothy-wereld. Drank in je mik of niet.  

Ron is de snurker, het huisje de klankkast, echt een waanzinnige combinatie. In onze tentjes horen we het aan en concluderen dat je beter onder de Bulderbaan in Buitenveldert kunt wonen dan naast een bothy staan met daarin een snurkende Ron Moak.

Tuurlijk werken we nog even aan de dinerroutine. Hierin is Willem de kok, want hij kan het beste water koken. En goed roeren. Ik ben dan weer beter in dingen zoeken en aangeven.  Na het water opgieten moet het gevriesdroogde voer wel eventjes wellen. Daar is een pot cosy voor en hebben wij nog even tijd om de dag door te nemen. Willem schept dan op en hij is een honderd procent  eerlijke verdeler.  En ongeacht wat we eten zegt er altijd wel iemand: ´wat een heerlijke puree vandaag´.

Heather bashing
Lochnagar
Woman going down to Ballater
Alt Darrarie
Alt Darrarie
Shielin of Mark
Dag 10 Shielin of Mark - Tarfside, maandag 21 mei
Afstand  19,0  km, stijgen 263 m, dalen 723 m.

’s Morgens informeren we beleefd naar Robert’s nachtrust. Het is natuurlijk geweldig als je ´s avonds denkt dat het morgen is en vervolgens nog tien uur kan slapen. Maar Robert herkent zich niet in ons verhaal.  Het was Ron volgens hem. Maar Ron wijst naar Robert. Als we opmerken dat elkaar de schuld in de schoenen schuiven in de beste criminele families voorkomt, kijken ze ons niet begrijpend aan. Wij elkaar wel, vandaag hebben we nog voor negenen een  Amerikaan én een Engelsman in de maling genomen.
De start is moeizaam voor Willem, hij heeft last van z´n voeten gekregen. Geen blaren of zo, maar een soort van permanente pijn in de botten. En het is ook nog eens struinen het eerste deel.  Maar hij slaat zich er goed doorheen. Dat uit zich onder andere in bespiegelingen als: ´je ziet hier weinig neergestorte vogeltjes, waarvan dan het kopje later gevonden wordt´. Hiermee lichtjes refererend aan de gewoonte van de Schotten om in de moors neergestorte vliegtuigen en helikopters te laten liggen als eerbetoon aan de overledenen.

Het is weer een prachtige dag en als we eenmaal op het pad zijn is het alleen nog maar down hill en makkelijk lopen. En heerlijk uitgebreid lunchen  in het zonnetje. Na Loch Lee volgen er weer langzaam stukjes beschaving, zo kunnen we er rustig aan wennen.  Wat we nog niet beseffen is dat we het ruige gebeuren nu definitief achter ons laten…

In Tarfside krijgen we warm onthaal door de Over The Hill Club. Enthousiastelingen die meer met gelijkgestemden willen delen dan alleen de TGOC, nu de TGOC niet hebben kunnen lopen, maar hier wel even staan om ons uitermate hartelijk te ontvangen en het ons naar de zin te maken.
Looking back on Shielin of Mark and Lochnagar
Ze hebben …. afgehuurd en daar krijgen we om te beginnen koffie met ´flies graveyard´. Dat laatste is een gebakachtig geheel met rozijnen, die door de bewerking op dode vliegen lijken die tijdens hun laatste vlucht zijn afgeschoten. Het spreekt met name kinderen aan. En ons natuurlijk. Griezelig genieten!
Daar houdt het nog niet mee op, want ze hebben ook een paar slaapplaatsen, je kan er douchen, je kan een pilsje krijgen, je kan er het avondeten gebruiken en je kan er ontbijten. Bovendien is Vetter  John Donohue in het gezelschap, die je nog even kan raadplegen voor een route-adviesje.

Maar ook het dorpje Tarfside verdient credits, we kunnen op een groot grasveld onze tentjes prikken. En dat is ontzettend leuk. Tarfside is een punt waar veel routes samenkomen en dus relatief ‘druk’ is.  Een stuk of veertig challengers deze avond.  En dat is dan voldoende om een rondje langs de tenten te maken, even lekker rond te lopen kwijlen en en passant een ‘gear-talk’ te doen. Willem is daar goed in. Eigenlijk zou die jongen aan het recenseren van gear moeten. 

Bij het avondeten komen we Ian weer tegen en ook schuift Mark Broekmans uit Amsterdam aan. Leuk te zien hoe hij de kunst van het communiceren verstaat, veel Engels om recht te doen aan het gastheerschap en genoeg Nederlands om recht aan onze gemene deler te doen. That’s the way we like it.  

Tegenover het grasveld ligt The Mason’s. Een kroeg voor ‘zakenlieden’,  normaliter een besloten club. Maar nu ook open voor Challengers. Die vinden elkaar, je kan er een drankje doen. Maar in z’n geheel klopt de setting niet, vage gasten achter de bar. En dus is het weer fijn om in onze MLD tentjes te kruipen, voor een vet relaxte lange meur!


Gorse and Willem
Loch Lee
Ancient building
The Over The Hill Club in action!
Into Tarfside
Dinner at Drostans - Over The Hill Club
Ian at the Masons
TGO challengers welcome in Tarfside
Ook vandaag is het weer redelijk guur, nu met de dimensie van een redelijk vlak en desolaat landschap. Heerlijk, de uitdaging zit nu tussen je oren in plaats van onder je voeten.
Dag 11 Tarfside - Northwater Bridge, dinsdag 22 mei
Afstand 29,0 km, stijgen 258 m, dalen 425 m.

Ons ontbijt bestaat uit ieder twee bacon rolls bij de Over The Hill Club. Lekker hoor. We vragen John Donohue of we het bruggetje over de Esk kunnen nemen, dat schijnt namelijk gammel te zijn. Het kan volgens hem, maar dan moeten we geen derde roll nemen. Bij het bruggetje aangekomen mag ik als eerste oversteken van Willem, een uitermate hoffelijke geste die uiteraard gewaardeerd moet worden. Dat doe ik dan - net zo hoffelijk -  in de vorm van een foto van Willem die de overkant haalt. Waarbij vermeld mag worden dat als hij de overkant niet gehaald zou hebben, dat ook op de foto zou staan.  

Ook vandaag wijken we af van de geplande route. Willem blijft last houden van z’n voet, dus is het beter om het beetje relaxed te houden. Dat doen we door langs de River Esk af te zakken en niet door de hills te gaan.  Met dit mooie weer geen straf, heel lichtjes dalen, weer lekker lunchen in de zon, mooie vergezichten,  lekker makkelijk ‘straight forward walking’ en een beetje herder spelen met een gevonden kudde schapen. Het landschap is nu inderdaad veranderd, de weilanden zijn terug. Wat aan Willem de uitspraak ‘als ik dat gras zie begrijp ik de koeien’ ontlokt.
Unsafe bridge / Willem Unsafe bridge / Willem
The Esk
Silverstone
Pittoresk near the Esk
Womanizer
Bij Gannochy vinden we een leuk shortcutje naar de Esk, maar er blijkt nog wel een lastige afrastering genomen te moeten worden. Tijd winnen we op deze manier niet, maar we zitten wel op een fijn paadje west van de rivier, in plaats van langs de weg naar Edzell te moeten banjeren.  Na Edzell komen we langs een stierenfokstation. Er is ook een weilandje voor bejaarde stieren. Daar kom je dan als je mechaniek niet meer werkt, na jaren hard werken, een leven lang koeien bevruchten.   Maar medelijden met de mannen is hier niet op z’n plaats, we hebben respect voor de spierbundels die deze bejaarden nog steeds zijn.  En ik kan Willem toevoegen dat ‘ook deze heren  de koeien begrepen’.

De camping bij Northwater Bridge is eigenlijk een klein trailer park. Aan de grote weg. Drie keer niets, maar o.k. omdat je er met Challengers staat. Die ook allemaal de oostkust gaan halen.  Relaxt sfeertje!
Dag 12 Northwater Bridge - St. Cyrus woensdag 23 mei
Afstand 14,0 km, stijgen 172 m, dalen 179 m.

En vandaag dan het laatste traject, een relatief kort stuk nog. Dat en het mooie weer staan garant voor een uitermate relaxte start op de camping. Niet alleen van ons, iedereen doet het rustig aan. En zo kunnen we onopvallend een paar plaatjes van het ochtendgebeuren schieten.
Mmm, a cup or a boot of tea for the Lady...?
Same shit but tasts different...
Great this pot cosy
Shed your tears alone please...
It came out so....
Deep stuffin
Green, not me but my jacket
Hope that Dutchmen see me reading this...
Onze aanwezigheid op de wegen - aan asfalt valt niet te ontkomen - blijft niet onopgemerkt. Veel Schotten spreken ons aan, bestuurders draaien de raampjes open om een praatje te maken en de man met de grasmaaier onderbreekt z´n werk.  Ze willen allemaal weten wat we doen, waar we vandaan komen. En eerlijk is eerlijk, we zeggen dan liever dat we in Shiel Bridge zijn gestart dan in Northwater Bridge.
En zo denk ik in eerste instantie de reactie van een Schotse dame in haar auto te begrijpen. Een referentie aan de afstand, de kilometers, het vele dalen en stijgen als ze tegen ons zegt:  ‘who needs pain’.  Maar haar blik gaat omhoog in plaats van naar onze schoenen en onze hersens kraken. Wat bedoelt ze nou, is ze kinky?? ‘Sorry, what did you say’? En weer is het ‘who needs pain’. Maar nu verbergt onze mimiek ons onbegrip niet meer en ze vult aan ‘Spain, the country’! En dan valt het kwartje, ze refereert aan het mooie weer: ‘who needs Spain’!

St. Cyrus is al lang in beeld, maar het strand blijft lang verborgen. Een goede reden om een hapje te eten. Wel jammer dat in het restaurant de eieren op zijn, want zo kan het gebeuren dat tussen mijn bacon & eggs en die van Willem drie kwartier zit. Intussen komen Martin en Colin al weer terug, die hebben  hun vieze teen al in de Noordzee laten hangen. Bernie wacht Willem’s eieren niet af, die gaat ook vast afdalen. Want dat is wat we moeten, zigzaggend van een steil klif af. Maar wat een plaatje, really great views, wat mooi om zo je eindpunt te bereiken. 

Beneden op het strand graveert Willem met z’n wandelstok een cirkel in het zand en begint er een tekst in te schrapen. De bedoeling is om hier -  straks weer bovenop het klif -  een foto van te maken. Als hij gereed is staat er ‘TGO Challenge 2012’ in. Dat klinkt goed, maar als ik vraag waar onze teamnaam nu komt te staan krabt Willem in z’n baard.
Linseed
Aaahh, lowlands!
Layering
Must be here when we emigrate
Gorse and broom
Willem, Bernie and Colin
And there it is, the east coast!
Willem doesn´t believe he´s there!
Willem descending
Bernie ascending
The (One Toe) Dutch Dippers
Flood defeats Dutch Dippers
Het wordt onder de cirkel.  Maar intussen kruipt de vloed richting magische cirkel en krijgen we haast. Ik mag vooruit om de foto te nemen, maar op driekwart omhoog kom ik een paar charmante dames tegen. En kan geen weerstand bieden aan hun verzoek om foto’s van hen te nemen. Fuck, wat zwak. Heb je eindelijk eens een duidelijke missie, laat je het weer lopen voor een paar lekkere bekjes. Voordeel is wel dat de ladies ook van ons een foto maken, want Willem is inmiddels gearriveerd. Bovenop  het klif blijken twee dingen. De vloed heeft de cirkel half aangevreten en de afstand naar de cirkel is iets groter dan de zoom van het toestel aan kan: ‘gelukkig lukken die graancirkels altijd Willem´!
TGOC 2012 / The (One Toe) Dutch Dippers
In de pub voor een welverdiend drankje zit Bernie op ons te wachten. We bussen samen naar Montrose en lopen gelijk naar het Park Hotel waar Roger Smith en  John Manning ons de felbegeerde trofee overhandigen: het knalgroene t-shirt… Het wordt tijd om de camping op te zoeken. ’s Avonds eten we bij de Chinees in Montrose.

Donderdag  24 mei
Per saldo hebben we niets ingeleverd op onze reservedagen, dus hebben we nu twee zeer vrije dagen. Dat betekent rustig aan doen. Later op de dag gaan we Montrose in en bekijken de winkels. Het is nog steeds prachtig zonnig weer.
In the main street in Montrose we find us a remarkable scene. First we don't know what's going on. But afterwards it's obvious.

Another TGO Challenger with a heavy rucksack who fears meeting Roger Smith and John Manning at Challenge Control refuses - despite of a 300 km walk - to go on any further...
Als we eind van de middag op de camping terugkomen heeft deze een metamorfose ondergaan. Stonden er ’s morgens een paar tentjes op het veld, nu staat het bomvol. Een invasie van TGOC’ers. En dat is natuurlijk weer erg leuk, want er wordt gekuierd, gekeken, routes worden besproken en de gear talk is niet van de lucht.

Als we het dan toch over tenten hebben, de Mountain Laurel Designs(MLD) Trailstar is de tent - of beter, tarp - die we het meest zien. Een goede tweede is de Scarp 1 van Tarptent, blijkbaar is dat de opvolger van de Hilleberg Akto, waar er ook een aantal van staan. We zien Terra Nova’s in verschillende types en we zien Andy Howell en Willem ieder in een cuben fiber MLD Duomid.  En wat me eigenlijk wel een beetje verbaast, slechts één gast in een GoLite Shangrila 3.

’s Avonds zitten we aan het grote diner in het Montrose Hotel met een man of honderdvijftig. Bij deze gelegenheid wordt iedereen bedankt die maar bedankt kan worden en worden degenen die de TGOC voor de tiende, twintigste of zelfs dertigste keer gelopen hebben in het zonnetje gezet.  We zien natuurlijk heel veel bekende gezichten, maar zitten vast achter de tafels waardoor we lang niet iedereen even kunnen aanschieten. Een buffet in een hele grote tent met statafels en een paar tappunten voor ‘real ales’ zou een formule die zijn die veel beter past.
Sister worrying
Mother and grandmother worrying
Down by fear and a heavy Mickey Mouse
Montrose campsite
Montrose campsite
Yellow trailstar
The Scarp One Village
Dinner at the Park Hotel
Dinner at the Park Hotel
Less scary than the Mickey Mouse boy thought
Vrijdag  25 mei
Gisteren hebben we onze eigen Full Scottish in de supermarkt gekocht en die staat nu op het ontbijtmenu.  We bakken het ei en de bacon op het  houtbrandertje dat Willem de hele tocht heeft meegesleept.  Zonnetje, langzaam aan doen, keutelen bij de tent, kopjes koffie drinken.
Doing the course business administration
We duiken Montrose weer in en lopen de hele middenstand weer zo’n beetje af.  Dat we nu al herkend worden geeft te denken. Willem koopt de zwembroek die hij gisteren uitgebreid heeft staan passen. Da’s mazzel voor de meisjes daar, want Willem en zwembroeken passen betekent in de regel voorgoed onverkoopbare waar.

Deze meisjes waren blij, maar het kan ook anders. Willem voert een discussie met de dame achter het loket in het treinstation. Wij willen er een tegen het bejaardentarief (Willem) en een tegen het oudere jongerentarief (Leen). Waarschijnlijk vindt  ze het een prima grap en levert ons dus gewoon twee bejaardenkaartjes.  Nu moet ons jeugdig Nederlands elan haar overtuigen, maar haar mollige Schotse handje gaat de beweging naar het oudere jongerenbakje niet maken. Dat wordt morgen nog even spannend in de trein.
Tegen etenstijd ’s avonds lopen we via het strand naar het Park Hotel, we hopen daar Tony nog even gedag te kunnen zeggen. Dat lukt, leuk hem weer even te zien. Even inderdaad want het vrijdagavonddiner, de tweede TGOC-shift, begint. Tijd voor ons om de stad weer in te gaan, op zoek naar een warme hap.
Willems Total Cook Out
And the result
Montrose lady
Montrose gentleman
Amsterdam Dutch Dipper
Zaterdag 26 mei
De tentjes van de TGOC’ers zijn aan het verdwijnen. Maar Schotland heeft het mooie weer ontdekt en er is een muziekfestival in Montrose, dus zien we grote tenten en caravans de lege plekken weer innemen. Ook voor ons tijd om te gaan.

We reizen voorspoedig. Als de conducteur komt ga ik een wagon verder in een rugzak rommelen, terwijl Willem de conducteur de twee kaartjes ter perforatie aanbiedt. Een korte venijnige knip bevestigt ook mijn bejaardenstatus. Natuurlijk is er ook een Schotse god die direct straft, want een uur later valt de rugzak - die ik boven in het rek heb gestouwd - naar beneden, half op mijn hoofd. Nog net niet van mijn stokje en ik voel me vreemd. Maar uiteindelijk trekt alles weer bij.

Belia haalt ons op van Schiphol, dikke zoenen, bos bloemen, een warm welkom.  Ze vertelt hoe ze ons volgde en dat dit soms best lastig was. Digitale ‘track & trace’ info, berichten van Willem, berichten van mij aan Karin.  Ze zet me af in de Bijlmer en ontfermt zich daarna over Willem. Het besef dat het voorbij is, was er in St. Cyrus niet, in Montrose niet en nu thuis ook nog niet. Waarschijnlijk moet deze tocht eerst nog eens een paar keer in het geheugen worden gelopen, een beproefd middel om in te slapen overigens.
Montrose railstation
Outtro
Wat vinden we, ik, nu van de TGOC.

Een grote plus voor mij is de uitgebreidere kennismaking met de mooie natuur van Schotland. Je gaat west naar oost dwars door Schotland en ziet de meest fantastische dingen, ervaart de omstandigheden. Het ruige, de verlatenheid, het struinen, het wisselvallige weer. De West Highland Way was één ding, de poging om de Highland Highway te doen een andere, but this was something else. En in ieder geval reden om snel een volgende Schotland beleving in te zetten, verkennen dit land, tot in de uithoeken! Dank Willem, je hebt Karin en mij het spoor gezet!

De tweede plus is dat ik Willem beter heb leren begrijpen. Toen we elkaar leerden kennen in 2004 was de gemene deler dat we allebei de West Highland Way wilden gaan lopen. In de jaren daarna is Willem vaak terug geweest en heeft allerlei andere dingen in Schotland gedaan. Willem kan hier enthousiast over verhandelen, over z´n belevenissen, over gebieden, plaatsen, routes, mensen, outdoorshops. Je kan dat pas plaatsen - weet ik nu - als je de sfeer en de omstandigheden hebt beleefd, als je in de gebieden bent geweest.

Een derde is het ontmoeten van andere fijne- en bijzondere mensen. Elien, Martin, Alie, Lynsey, Richard en Meg, Bernie, the Arbroathies, Tony, the Over the Hill crew, Shewie and Mick, Ian and many more. 

De laatste plus is die van de verdieping in routeplanning. Het maakt je bewust van de mogelijkheden die er zijn om zelfstandig langere routes te plannen. Veel verslagen van anderen lezen, zelf boven de kaart hangen, daarbij allerlei andere bronnen raadplegen en dan plannen. Struinen is er een wezenlijk onderdeel van en ook dat er weinig voorzieningen onderweg zijn. Dat vraagt nog veel meer tijd dan voorbereidingen op basis van beschreven tochten, maar als je de tijd hebt is het aan te bevelen.  Een groot deel van de beleving zit in de voorbereiding, zelf doen intensiveert.

Minpunt is het keurslijf waarin de organisatie je perst. Er is ballotage voor ´first timers´ en je moet je routeplan overleggen, inclusief slecht weer alternatieven. En je moet je om de drie dagen telefonisch melden. Vanuit hen volkomen begrijpelijk, zij zijn verantwoordelijk, ze kunnen niet anders. Maar als je al een paar tochtjes gelopen hebt, dan kan het knellen.
Ander minpunt is de restaurantsetting waarin de afsluiting plaats vindt, dat past niet bij een dergelijke Challenge. Het is een beetje formeel gebeuren, deelnemers  worden in het zonnetje gezet en aan de rij bedankjes voor de inzet van vrijwilligers lijkt geen einde te komen.  Nee, een grote tent met grasgeur, buffet en real ales is een betere formule.

Per saldo is het een mooi fenomeen. Als ik dit schrijf weten we al dat we in 2013 weer van de partij zijn. Willem gaat samen met Marianne Grootveld  lopen en Karin gaat mij vergezellen. Zegt dat niet genoeg?

Leendert P. Bakker
Amsterdam Zuidoost,  november 2012 .
Foto’s: Willem Fox en Leendert P. Bakker
Met dank aan Karin Moor, Willem Fox, Belia Rekké en Stan.
Montrose Lighthouse