Intro
Maartje piept er een half jaar tussenuit. Tot juli 2007 studeren in Bergen, Noorwegen. Natuurlijk gaan Karin en ik haar daar bezoeken en we plakken er gelijk tweeëneenhalve week aan vast. Noorwegen verkennen en een dag of tien hiken. Maar het pakt allemaal wat anders uit. Want als we 6 juni vertrekken zit Maartje alweer in Nederland en een spierscheuring in m’n schouder vraagt om een aangepast programma.

Heen, woensdag 6, donderdag 7 juni
We rijden met Jaap Saab naar Djursland, Denemarken. Twee overnachtingen, bezoekje aan Ebeltoft, rustig aan doen, bijkomen van de hectiek van het werk en de voorbereiding. Dat geldt dan met name voor Karin. Op haar werk ga ik maar even niet in, maar door mijn blessure is al het inpakwerk voor haar. Chapeau, we hebben helemaal niets gemist!

Vrijdag 8 juni
De overtocht van Hirtshals naar Larvik is ook al zonovergoten, wat een start. In Noorwegen rijden we nog een paar uur richting Geilo en ergens na Kongsberg zetten we de tent op. Campings, ondervinden we, liggen in Noorwegen vaak langs doorgaande wegen. Gelukkig rijdt er ’s nachts maar een enkele auto.
Norwegian mountain terrain
Norwegian mountain terrain differs from that of major ranges elsewhere, principally because it was formed by glaciation at high latitude rather than by tactonic upheavals at lower latitudes. Its power and scope is of a different sort.
Indeed, as French-American explorer Paul Belloni Du Chaillu wrote in 1881 in "Land of the Midnight Sun":

The difference between the mountains of Switzerland and Norway is this: those of the former are much higher, more bold and pointed, and sharp in the outlines of their thousand fantastic forms. On the other hand, the Norwegian mountains have a grave and somber character, appearing like a gigantic stony wave, with a peak here and there, impressing more by their vastness than their height and ruggedness.

In that great stony wave of lesser elevation lies the secret of the Norwegian mountain experience. Foot trails and ski tracks meander in benign terrain at elevations far lower than in mountain recreation areas elsewhere. All summits can be reached on foot or on skis, without special mountaineering skills, though skills are required and guides advisable for traversing glaciers.
Here you can hike and ski, following the routes of the networks interconnecting lodges and cabins, enjoying the mountain experience without needing the acclimitization to altitude required in other mountain areas, such as the Alps of Europe or the Rockies of North America. And that experience can be yours for the entirety of a holiday, as you hike or ski, lodge-to-lodge, always in the mountains.
Maandag 11 juni
Verder het fjordengebied in. We pakken de lange ferrytocht van Gudvangen naar Kaupanger. Die is ook ontdekt door de touroperators, we zijn in het gezelschap van drie bussen vol Spanjaarden. Dat betekent twee dingen: een fantastische tocht en een hoop gedoe aan dek. Onze Spaanse vrienden hebben alle strategische plekken bezet. Op zich geen probleem, maar je wilt toch af toe een plaatje schieten. Karin loopt langs de reling maar stuit op een paar uitgestrekte benen. De eigenaar van de benen beschouwt de ruimte tussen zijn stoel en de reling als een Duitser zijn kuil op het strand in Zandvoort. Maar een vernietigende blik en ‘it’s not private’van mijn schatje missen hun uitwerking niet. Beter voor de man, want als Karin terugkomt zeg ze: ‘ik hoefde ‘m gelukkig niet overboord te meppen’.  Onze Karsten 260 zetten we op bij Sogndalsfjora. Net als in Ulvik een prachtig uitzicht op het fjord.
Dinsdag 12 juni
Rondrit met de auto: Sogndalsfjora - Kaupanger - Ovre Ardal - Turtagro - Gaupnes - Sogndalsfjora. Doel: de westkant van Jotunheimen bekijken en naar de top van de Molden lopen. In Kaupanger bezoeken we de stavkirke. Heel wat voor cultuurbarbaren. En dan ook nog van het soort die in Nederland de kerk alleen bezoeken omdat de Vereniging Van Eigenaren daar vergadert. Maar goed. Wat hebben we in Kaupanger geleerd:
- de stavkirke ontleent zijn naam aan de staaf
- de staven zijn de houten constructie dragende palen
- een beetje stavkirke heeft verticale betimmering
- deze niet
- maar onder de horizontale betimmering zit verticale
- dus toch een echte stavkirke
- dat het dak een omgekeerd vikingschip is
- dat je binnen geen foto’s mag maken
- dat de kerkbanken pas kwamen toen de preken langer werden
- dat je niet te hard op een bank mag gaan zitten, anders gaat het alarm af
- dat het alarm toch afging vanwege een vrouw die zacht ging zitten
- maar vanwege haar gewicht hard neerkwam
- dat je in de daarop volgende verwarring heel goed foto’s kunt maken

In Ovre Ardal gaan we serieus klimmen. Nou ja, Jaap doet het werk, wij sturen hier wat en geven daar wat gas. Waarop Jaap de turbo aanjaagt en wij weer kicken omdat we ook stijl bergop accelereren. Yeahhh! Het is vandaag iets minder mooi weer en dan maakt de vergezichten op Jotunheimen alleen maar indrukwekkender. Wat een ruige bende hier! En we rijden door muren van sneeuw. Jemig, waar zijn we hier! Midden bovenop komen we dan bij een bomstation. Dat is niet zo verrassend als je bedenkt dat we op een bomvegen rijden, een tolweg. De dame aan het loket spreekt geen woord. Zit daar in het kader van sociale werkverschaffing denken we eerst. Later denken we dat we haar wellicht stoorden in een interactieve sessie met de man op de achtergrond. It’s lonely at the top.
 
Zaterdag 9 juni
We hebben besloten om niet te gaan lopen op Hardangervidda. Dat laat de blessure niet toe. Als we na Geilo de hoogvlakte, want dat is Hardangervidda, oprijden zien we dat een doorgaande trekking toch al niet te doen is: er ligt nog veel te veel sneeuw. Dat die kans er was wisten we, maar dat er nog zoveel zou liggen…. Maar wat een natuur! Weids, ongerept, desolaat.

Zondag 10 juni
Onze dagwandeling wordt geen succes. We doen de in de ANWB gids beschreven twee wandelingen bij Ulvik.  We zijn inmiddels wel wat gewend maar deze beschrijvingen kloppen voor geen meter. Ook de kaartjes brengen geen duidelijkheid. En het is verschrikkelijk warm, 25 graden plus. Hallo, we zitten toch in Noorwegen???
Ferry Hirtshals - Larvik
Noorwegen, juni 2007
Bij Ulvik Ferry Gudvangen - Kaupanger Stavkirke Kaupanger
De tocht naar de Molden hebben we uit het boek over Noorwegen van Gerard Dielissen, Noorwegen-kenner en in het dagelijks leven directeur NOS. We vinden langs het pad een enorme Leopardsteen. Fraaie leeuwenkleuren zijn er in te zien, maar hij weegt een kilo of tien en dat is iets te overdreven voor in de rugzak. Even later vinden we een kleiner exemplaar, die gaat wel mee.
Afdaling Molden
Het eerste gedeelte van de tocht gaat door bos. Een pittige klim, maar onze matige conditie is daar ook debet aan. Ongeveer op de helft komen we boven de boomgrens en krijgen we een schitterend uitzicht op Lustrafjorden. Er staat daar een schuur en we zien schapen beurtelings onze kant en naar de achterkant van de schuur kijken. Daar blijken een man en een vrouw te zitten. Lekker uit de wind. Ik zeg tegen hen: ‘I thought they were looking at some fellow sheep’. Waarop de man repliceert: ‘I hope you see the difference’. Gortdroog! Het blijkt dus een Engelsman te zijn en hij heeft nog een paar bemoedigende woorden. Hij vertelt ons dat het  zwaarste gedeelte nu komt. En daar krijgt hij helemaal gelijk in. Geleidelijk verdwijnt ook de lieflijkheid van het landschap het wordt ruig en rotsig. Op de top is het guur, ongelooflijk wat een paar honderd meter hoger verschil uitmaakt.

Op weg terug naar beneden zien we Lustrafjorden weer liggen, de kleuren zijn nu anders en al even prachtig.

Woensdag 13 juni
Op weg naar Alesund. We blijven ons verbazen over de overweldigende natuur. Je denkt steeds dat je het nu wel gehad hebt, maar het blijft maar komen, het houdt niet op. Tunnels, bergen, drie ferry’s, schapen op de weg, fjorden en hier ook nog gletsjers.

Donderdag 14 juni
Alesund bekijken. We beginnen met een uitzichtpunt hoog boven het stadje, op de Aksla. Magnifiek. De stad is begin 1900 afgebrand en in Jugendstilstijl weer opgebouwd. Fraai contrast met de oorspronkelijke bebouwing, de stijl die je in het door ons bezochte Noorwegen vaak terugziet: houten huizen met een stenen basis. En dat met vaste kleuren, met name okergeel en ossenbloedrood. Karin is erg gecharmeerd van de kleuren van de Jugendstil-gevelomrandingen, ze geven net dát accent.

’s Avonds naar de ondergaande zon bij Alnes, op het eiland Godoya. Eilandhoppen via drie tunnels en een brug. Wat een infrastructuur! Het is half twaalf, maar de zon heeft nog geen zin in het water te zakken.
Alesund
Vrijdag 15 juni
Op weg naar Jotunheimen. Daarbij maken we een omweg via Andalsnes, op die manier kunnen we over de beroemde Trollstigenvegen rijden. Een spectaculaire bergrit. Maar het vervolg mag er ook absoluut wezen, onder andere het zicht op Geirangerfjord ver beneden ons en het verstild woeste landschap rond Grotli. De 51 is de weg die oostelijk langs Jotunheimen loopt. Van noord naar zuid is het eerst één en al bos, geen dorpen meer en we krijgen hier voor eerst het gevoel van verlatenheid.

We melden ons bij de Bessheimhytta voor een plaatsje op camping. De dame achter de balie heeft weinig tijd voor ons, de aandacht gaat naar een busgezelschap dat daar zit te eten. Zo onderhand krijgen we een teringhekel aan busgezelschappen, erg aanwezige op zichzelf gerichte clubjes. Bah! Op de camping bij Bessheim hebben de Noren hun caravans keurig op rij aan het water gezet. Die caravans vormen dan voor de overige bezoekers het uitzicht, niet echt aantrekkelijk. Maar goed we staan hier maar één nacht, morgen moet er gelopen worden!
Zaterdag 16 juni
Eindelijk lopen, Jotunheimen in. We hebben er echt zin in en we hebben weer een strakblauwe lucht boven ons! Het eerste stuk is stijgen geblazen. We nemen een afslag te vroeg en zijn de route een beetje kwijt. Maar met behulp van het kompas weten we die later weer op te pakken.

Hadden we op de Molden al wat sneeuwvelden, hier grossieren ze er mee.  We leren er gaande weg steeds beter mee om gaan. Belangrijk is dat je nagaat of er toevallig geen gletsjer onder ligt. En of er geen smeltstromen onder lopen.

We lopen in een weids en verlaten landschap naar Russvassnet, een meer. Aan de oostkant liggen een paar hutten, een mooie plek voor de lunch. Als we een paar kilometer verder zijn zien we op afstand dieren. Op z’n Nederlands denken we eerst aan schapen, later aan geiten, maar nee hoor het blijken rendieren te zijn. We zien er een stuk of twintig, maar later als we hoger zijn zien we dat het er minstens honderdvijftig moeten zijn.

Het plan is om een rondwandeling via Bessegen te maken. Een spectaculaire kam  tussen twee meren in. Het ene meer, Gjende, ligt op 984 meter hoogte en het andere, Bessvatnet, op 1373 meter. Door tegen de klok in te lopen kunnen we een supersteil stuk van beneden naar boven pakken, minder eng dan andersom.

Maar het plan moet bijgesteld worden. Op onze kaart staan bruggetjes, gangbru, vermeld. En ook of het een ‘heile aret gangbru’ of een ‘sommar gangbru’ is. Die laatste liggen er dus alleen zomers en dan nog pas als de meeste sneeuw gesmolten is. Omdat we vroeg in het seizoen zijn lopen we kans niet gemonteerde zomerbruggen tegen te komen. Daar stel je je dan op in. Maar nu komen we bij een brug die helemaal niet op de kaart staat. Dat kan dus ook nog! Op zich geen ramp, ware het niet dat
Over Russvassnet Stoerste wijf van heel Jotunheimen Campsite
aan de overkant van het riviertje meters hoge sneeuw verticaal tegen de helling, die we opmoeten, ligt geplakt. Hier gaat het dus absoluut niet lukken. Tijd voor een stuk Groninger worst en beraad.  We bekijken of we het op een andere manier kunnen doen. Bovenlangs liggen ook meters sneeuw en onderlangs licht aan de andere kant moeras…. Er zit maar één ding op, we moeten de vandaag gelopen route weer terug. Maar dat gaan we morgen doen, nu tijd voor het tentje en een warme hap.
Zondag 17 juni
Reveille. Met stromend water naast ons moet je de gelegenheid waarnemen, effe lekker wassen. De stoerheid gaat er in het stroompje water staande snel vanaf, maar ja wie bedenkt dan ook dat je er ín moet gaan staan. Het blijft ijswater!

Vandaag is het bewolkt, maar wel droog, uitstekend weer om te lopen. We gaan terug en vervolgens richting ‘verkeerde kant’ van Bessegen. Bij Bessvatnet gaan we stevig stijgen en door de grote sneeuwvelden raken we het pad weer kwijt, de steenmannetjes zijn niet te zien. In dit stadium durven we de sneeuwvelden bovendien niet over, maar met een paar omweggetjes komen we dan toch op het pad van Gjendesheim naar Memurubu. En jawel we komen voor het eerst in twee dagen iemand tegen. Man met hond, Nederlander en met het bootje afgezet in Memurubu. Dat blijkt dus vandaag voor het eerst te varen. Raar is het dan ook niet dat we vanaf hier veel in colonne lopende tegenliggers te zien krijgen. Stuk of veertig. Het contrast is wel erg groot met de verlatenheid waar we deze dagen in hebben gelopen.

De Bessegen is inderdaad een spectaculair stuk, prachtig die meren met de hoogteverschillen onder je te zien liggen. Gjende is helemaal ontdooid, maar Bessvattnet is nog helemaal bevroren.

Het laatste koppel, ook Nederlanders, wat we tegenkomen heeft net de klauterklim vanaf de Bessegen er op zitten, onder begeleiding van twee Engelse jongens. Ze durfden niet en kregen hulp. Boos op de ANWB omschrijving in een boekje, die de wandeling als makkelijk bestempelt. We kunnen ze geruststellen, het ergste hebben ze nu echt gehad. Ze hebben geen kaart en hun water is ook op. Dat laatste hebben ze al opgelost, ze eten af en toe een handje sneeuw. Wijzelf achten de supersteile afdaling met de zware rugzakken niet verstandig. We gaan dus weer terug en zo kunnen we ze een stuk begeleiden. Met Gjende weer in zicht kan het voor hen niet meer misgaan, we nemen afscheid en kiezen onze eigen route. Ditmaal zijn de sneeuwvelden voor ons, we stuiteren ze probleemloos over.
Bessegen
Het was een lange dag en we zijn blij dat we een plekje voor ons tentje vinden. We eten een Adventure Food maaltijd, dank aan Marcel Besemer en Hans van der Meulen! ’ s Nachts zit er niet ver van de tent een ‘irritante één piep per twee minuten  vogel’. Maar ja wat wil je als de nacht uit  twee uur schemerdonker bestaat.

Maandag 18 juni
De lucht is weer strakblauw, wat een ongelooflijk weer is het! We lopen in anderhalf uur naar beneden. Jaap staat trouw bij Bessheim te wachten en we rijden richting Flam. De Laerdalstunnel van 24,5 kilometer (!) laten we voor wat het is, we gaan bovenlangs. En weer dwars over de sneeuwvlaktes, prachtig. In Flam blijven we vier nachten staan.

Dinsdag 19 juni
Karin, kom kijken! Ze hebben vannacht in het dorp een flat gebouwd! Dat prikkelt mijn dame want de renovatie van onze Bijlmerflat duurt inmiddels vier jaar. Er blijkt een cruiseschip te zijn afgemeerd. We nemen een kijkje en in een winkel moppert een verkoper dat er 3500 man zijn losgelaten. Handel is ok, maar het moet wel te behappen zijn. Het aantal lijkt erg hoog, maar als we achttien dekken tellen dan moet hen kunnen. Bizar. Helemaal als je bedenkt hoe ver we van de kust af zijn en wat voor rotgat Flam is.
Aurland Costa Magica in Flam
Woensdag 20 juni
We hebben het gisteren nog even geinformeerd bij het toeristenbureau. Er loopt geen bus naar Osterbo. Want daar wilden we graag beginnen aan de tocht dwars door de Aurlandsdalen naar Vassbygdi. We besluiten dan maar in Vassbygdi een stuk naar boven- en daarna dezelfde route weer terug te lopen. Als we in Vassbygdi bij de bushalte parkeren zien we dat er wel een bus loopt! Weliswaar maar twee per dag, ’s morgens vroeg en ’s avonds een, maar het had gekund! Vette baal.

Osterbo - Vassbygdi is praktisch alleen maar dalen, wij moeten nu eerst omhoog. Dat valt helemaal niet mee, ondanks onze lichte dagrugzakken. Ook al omdat het rond de 25 graden is. Karin wordt er duizelig van, we nemen extra pauzes en drinken veel water. Na Almen, een verbreding in de kloof met een paar berghutjes waarvan een half onder een rots is gebouwd, komen we bij een bruggetje zonder leuningen waar een waterval steil onderlangs in de diepte verdwijnt. Daar gaat Karin niet overheen en ik doe geen pogingen om haar van gedachten te veranderen. Het is mooi zo. We hebben al genoeg moois gezien, het is een fraaie verlaten kloof. Raar hier te lopen en te bedenken dat hier al eeuwen geleden mensen en vee door heen trokken.
Donderdag 21 juni
We moeten natuurlijk met het wereldberoemde treintje omhoog naar Myrdal. Stijgings percentages van meer dan 9%, tunnels, bruggen en veel meer moois zijn ons in het vooruitzicht gesteld. Wij vroeg uit de veren voor de eerste trein, want er zal maar weer een cruiseschip afmeren. Het is dan ook erg rustig voor het loket. Met de mogelijkheid dat je ook kan reserveren hebben we even geen rekening gehouden. Wie zitten er dus in de eerste twee treinen? Wij niet.

Nummer drie rond de klok van elf is voor ons, nou ja, we zijn niet bepaald de enigen.  Het reisje valt, als je al veel Noorwegen hebt gezien, erg tegen. Ok, bijzondere infrastructuur, maar spectaculaire natuur zie je daar relatief gezien niet. Op een gigantische waterval na, maar die is verworden tot een kermisattractie. Niet gedaan maar wel leuk: een enkeltje naar boven nemen en lopend weer naar beneden. Ook leuk: beneden in Flam de fluit van de trein door het dal horen echoen.

Vrijdag 22 juni
We belanden op de stadscamping in Bergen. We zoeken naar een geschikt plekje en rijden een veldje op. Karin roept: ‘ Roma! Hier wil ik niet staan! Het wordt dus het andere veldje. Maar als jij niet naar de Roma komt, komen ze wel bij jou. Twee jonge kerels scheuren met een auto over het veldje en gaan naast ons bij het beekje de auto staan wassen. Karin vertrouwt het voor geen meter, pakt het fototoestel en drukt af op het moment dat een van de jongemannen haar met de camera in de aanslag ziet. Uit latere verhalen blijkt dat de heren eerder op zoektocht, moeten zijn geweest en daarbij de inhoud van de tenten niet vergeten hebben. Om deze vervolgens op
Door Aurlandsdalen
dezelfde camping te verpatsen. Ook de ruiten van een stacaravan moesten er in een bui van vandalisme aan geloven. Of het volledig aan Karin’s preventieve aktie te danken is achteraf natuurlijk altijd de vraag, maar we hebben geen last van de heren gehad.

Arie Maartje's Fantoft flat
Bergen centrum ligt er mooi bij zo in de zon. We lopen er uitgebreid rond, eten een broodje vis en bekijken Bryggen, het echt oude gedeelte van de stad. Cd-winkel bezoeken, sigaretje roken in het park en een biertje drinken op een terras. Bijzonder: kisten met dekens voor koude blote vrouwenbenen. Niet bijzonder: het restaurant met een Noorse kaart. Maartje krijgt gelijk, ze doen veel met visballetjes. Terwijl wij toch echt garnalen, zalm etc. in de soep verwachten.
Naast onze tent staat bij een tweetal tentjes een fiets. In het frame en tussen de pedalen is een bak geplaatst, beschildert met de Friese vlag. Rond de bagagedrager is ook een soort kofferbak gemaakt. ‘Karin, kijk! Dat is de hoes van Prairie Wind van Neil Young’!. En dat kan geen toeval meer zijn. Want daar hebben we het een paar dagen geleden nog over gehad! Dat in het kader van vrouwen, lees in dit geval Karin, aan het werk en sensualiteit. Op het Prairie Wind-hoesje staat een vrouw die was van de lijn haalt. De was en haar haar golven in de wind.


Niet veel later maken we kennis met Rein en Arie. Ze zijn via Duitsland en Denemarken naar Noorwegen gefietst en willen via de Shetlands en Schotland het rondje terug naar Nederland maken. Het is een wonderlijke combinatie deze twee mannen. Uiterlijk, maar ook qua gedrag. Rein ziet er netjes uit en is rustig, Arie oogt ruig en is energiek. De fiets is van Arie. Als we laten merken onze klassiekers, Neil Young, te kennen is zijn enthousiasme niet van de lucht. Met Rein hebben we ook een leuk moment. Hij vertelt ons hoe we bij de dichtstbijzijnde supermarkt komen en dat is, volgens Rein, na het dorpje Hylkje. “Rein, voelt het goed als Fries om Hylkje hier tegen te komen?” Rein ziet de lol er van in.

Zaterdag 23 juni
Naar de stad, Bergen. We zoeken eerst de plek op waar Maartje vijf maanden heeft gewoond, Fantoft. Dat is gelijk een hele onderneming, want een gedetailleerde stadskaart hebben we niet, Tom Tom is uit den boze en een stadsplattegrond bij het binnenrijden van de stad zien we niet. Maar natuurlijk komen we dicht in de buurt en bellen Maartje op voor de exacte locatie. Dat is onwerkelijk voor haar, zij in Amsterdam op een studentenactiviteit en wij hier bij haar voormalige studentenflat in de buurt. De flat ziet er netjes uit, maar we weten inmiddels dat dit weinig zegt over de inpandige activiteiten.
Bryggen, het oude deel 'Hanze Bergen'
Als we terug op de camping zijn vraagt Arie of wij ook drieseconden-lijm hebben. Hebben we niet. Hij heeft een probleem, z’n kunstgebit is gebroken. Dat geeft ‘m wel de gelegenheid om z’n resterende ivoren wachters aan een nadere inspectie te onderwerpen. En wat hij vindt is verrassend, een stukje achtergebleven kies. Die hij er vervolgens met een mes uitpeutert.

’s Nachts hebben we dan voor het eerst slecht weer, eerst een pittig onweer en daarna een gigantische stortbui. De Karsten doorstaat het moeiteloos.
Bergen
Zondag 24 juni
Achter ons staat een IJslander. We maken een praatje en via z’n halsketting komen we op zijn geloof. Frija, Wodan en consorten. Dat is natuurlijk voor Karin een inkopper: “dan ben jij het die Thor vannacht zo boos heeft gemaakt!”. Hij pakt het goed op, want even later biedt hij ons een blikje bier aan. Wij hem een pannenkoek. Bier en pannenkoek, dat is vanmorgen ons ontbijt.

Arie staat inmiddels z’n fietszadel bij te snijden, het heeft volgens hem een te groot zitvlak. Hij heeft tegen alle adviezen in voor een gelzadel gekozen. “Weet je, het zit wel lekker zacht, maar het ventileert niet. Dan gaat het eerst branden en vervolgens krijg je puisten op je kont. En je wilt niet weten waar nog meer.” Dat willen we inderdaad niet weten. Maar even later zien we dat een volgende confrontatie met z’n zitvlak in aantocht is. “Arie, die nietjes die nu uit je zadel naar boven komen, laat je die zitten?” Arie: “shit, hebben jullie een vijl?”.  

’ s Middags maken we een rondrit over Osteroyni, volgens de Noren het grootste inlandige eiland van Europa. We krijgen weer fraaie plaatjes zien, Noorwegen in het klein. Bij het avondeten verrast Arie ons met een bak aardbeien. Super.

Maandag 25 juni
We nemen afscheid van onze IJslandse en Nederlandse buurmannen en zijn mooi op tijd bij de boot in Bergen. We hebben een hut met uitzicht over de boeg, niet verkeerd.

Als we in de bar een sigaret roken worden we als eigenaren van Jaap Saab uitgenodigd om naar het autodek te komen. We blijken niet de enigen. De steward heeft een stuk of twintig auto’s verkeerd neergezet, er kan niet gecompartimenteerd worden. Iedereen moet dus zoveel mogelijk achteruit. Alleen heeft de steward eerst de kentekens van de voorste auto’s laten omroepen. Dat schiet dus niet op. Drie kwartier later kunnen we weer naar boven, de boot vaart al.

De Noorse ontwenningskuur, een glas bier doet zo’n acht euro, wreekt zich. Of halen we de achterstand gewoon schaamteloos in? Hoe dan ook, het bier, de rose (Mattheus, daar verkopen ze het nog!) en de whisky komen onwennig hard aan. Want als je heel veel lol hebt in de taxfree shop is er wel wat aan de hand. Als balletjes rollen we ons mandje in.
Meek Op Tax free fun
Dinsdag 26 juni
Halfacht ’s morgens meert de boot aan in Hirtshals. Noorwegen uit en het weer is omgeslagen. In Denemarken gaat het nog, maar na Hamburg begint het zwaar te regenen. Met droog weer kan je er lekker doorrijden, maar nu is het andere koek, zelfs gevaarlijk. Beetje zoab zou wonderen doen. Het is trouwens ook opmerkelijk dat in Noord Duitsland langs bijna elke meter snelweg bomen zijn geplant. Je ziet nauwelijks iets van het landschap. Benauwend. En heerlijk om Nederland weer in te sturen. Halfacht ’s avonds staan we weer in Amsterdam.

Tenslotte
Het door ons bezochte deel van Noorwegen is qua natuur magnifiek. Veelal overweldigend en van een ongekende schoonheid. Rust, ruimte. Fjorden, hoge bergen, zee. Ferry’s, tunnels, bruggen. Dat we een aangepast programma hebben moeten draaien heeft zo z’n voordelen. We hebben nu veel meer van het land kunnen zien. Dat we teruggaan is duidelijk, we denken als eerste aan een doorgaande trektocht van Hardangervidda naar Jotunheimen. Maar dan wel eind augustus, begin september. 

Leendert P. Bakker, Amsterdam Zuidoost, augustus 2007.
Gudvangen - Kaupanger 2
Interieur stavkirke Kaupanger
Westkant Jotunheimen
Afdaling Molden 2
Alesund 2
Geiranger
Rendieren Jotunheimen
Bivak bij Bessvassnet
Terug van Bessegen
Tappen
Aurland
Laerdal
Arie, Rein en Karin in gesprek
Sjoerd en Maartje in de kroeg in Bergen
Back home