GR 573 Vesdre, Helle, Hoëgne en Hoge Venen, 2006
Vrijdag 14 april 2006, Pepinster - Eupen
We stappen om iets na 12.00 uur van Saab weg. Hope to see you on monday Jaap..... Aan het pleintje in Pepinster te zien zal Jaap niet omringd worden door marktkramen. Van de rest van wat we zien van het plaatsje zijn we niet echt onder de indruk. Het industrie-stempel drukt daarvoor te zwaar.

Oefenen voor Schotland is wat we doen en Karin wil graag over de Hoge Venen. Het is paasweekend, we hebben vier dagen.

We lopen in oostelijke richting als snel hoog boven de Vesdre. Het weer is ok, af en toe een zonnetje, een graad of twaalf. De route doet z’n best om uit de bewoonde wereld te blijven, maar dat lukt vooralsnog niet erg. Maar eerlijk is eerlijk, gezien de mogelijkheden is dit helemaal niet slecht. Het wordt beter als we de buitenwijken van Verviers achter ons laten.
 
Echt mooi wordt het als we het West-Herzogenwald betreden, een enorm bos met lange brede paden. We hebben Limbourg dan laten liggen en nemen een doorsteek richting Eupen. Groot voordeel is dat we zo bij de kruising van de N68 en de N620 Le Cactus aan kunnen doen. Le Cactus is een poging tot een cowboykroeg, maar met
een beeldje van Kuifje en een cactus die op Barbapappa lijkt lukt dat niet helemaal. De bezoekers en kolenkachel kwalificeren wel, een beetje groezelig allemaal. Maar de eersten gedragen zich in mijn bijzijn redelijk en zitten opmerkelijk genoeg niet stiekem naar Karin te staren. Dat verandert overigens als ik naar het toilet ben, alle zes de heren aan de bar draaien zich om, kijken ongeneerd en bespreken de onverwacht gearriveerde vrouwelijke schone. En nemen nog een vaasje ad € 1,30.

Groezelig en drank op of niet, je gaat hier moeiteloos met drie talen over de tong. En met wat in onze oren klinkt als een Limburgs accent. Als we weer op pad gaan wil één van de mannen Karin zoenen, dat mag maar dan wel netjes op de hand.

We lopen nog een paar kilometer door het Wald en vinden het dan welletjes. Het is acht uur geweest, het regent een beetje, tijd voor een plek voor het tentje. Karin is van de inrichting en indeling, en jawel hoor het beddeke is zacht en de vrouwe extra verleidelijk zo in het schijnsel van het kaarslampje. Tien uur blazen we het lampje uit en knorren we harder dan de wilde zwijnen.
Kaartje GR 573 Woning Yves Delhez
Zaterdag 15 april 2006, Eupen - Botrange
Het is nog een uur door het Wald naar Eupen. We besluiten om het plaatsje in te lopen op zoek naar een ontbijt zonder hardkeks. Dat lukt, we kunnen wat lekkere dingen en broodjes kopen in een Metzgerei. En zo wordt Karin verrast met een gekleurd ei.

Weer naar beneden lopend zien we een oud witroodje (het teken van een langeaf-standspad)  met GR 56 erop. Die liep vroeger ook door Eupen, nu loopt deze zuidelijker. Even later zien we een kasteel in , gestaakte, aanbouw. Te koop bij de notaris, bouwers failliet? Opmerkelijke vormgeving, hier is iemand met veel fantasie en creativiteit aan het werk geweest. Een paar honderd meter verderop denken we ook te weten wie, er staat een fantastisch mooi maf huis waar de architect, Yves Delhez, zelf in woont.

We lopen dan al langs de Helle en dat zal nog uren zo blijven. En Karin formuleert dat na afloop treffend: ‘het is op een gegeven moment gewoon lekker om dat water-gekletter even niet te horen’. Bovendien moet je er van piesen. Duurt te lang dit stuk! Als de eerste gezichten op de venen komen leven we dan ook weer op. Ook al omdat de vermoeidheid heeft toegeslagen en we nog een omweg gaan maken. Want van een doorwaadbare plaats door de Helle is gezien het hoge water geen sprake meer. En ook niet van het bruggetje waarover ik in een verslag van een andere GR 573 wandelaar las. En we hebben geen zin om er op blote voeten door te gaan.

Zo gaan we via een ‘variante’ over de Hoge Venen naar Botrange. De GR 753 valt nu samen met de GR 56 en we eten een broodje op de plek waar Willem en ik vorig jaar februari een mars aten. In het bos, uit de koude Hoge Venen wind. Prachtige vergezichten met als toetje drie herten die, met ons in het zicht, langzaam het bos in verdwij-nen. In de verre verte zien we er later nog meer. In het restaurant bovenop eten we tartiflette en lasagna. Met dank aan de grote groep padvinders die daar spaghetti zitten te eten. We hebben zo het vermoeden dat als zij daar niet geweest waren de tent al dicht was geweest.
Hoge Venen
Hoofdlampjes op, lopen op zoek naar een plek voor de tent. Dat laatste is lastig want je mag hier niet staan en je kunt haast nergens staan. Dus vlonderen we in het pikke-donker een flink stuk, kruisen de N68 en besluiten voordat we weer de venen oplopen om in het bos te gaan staan. En al zeg ik het zelf, knap dat we daar een redelijk vlak plekje hebben kunnen vinden en ontdaan hebben van de vele takken.

Wie denkt dat we na zo’n lange dag, het is inmiddels half elf, de slaap vatten heeft het mis. De regen klettert op het tentdak. En als het dan even droog is hoor je de wind aan komen zwellen en ontdoen de bomen zich van het regenwater. Bovendien hebben we ver in ons achterhoofd boswachters (Karin is al eerder van de Hoge Venen gestuurd) met infrarood apparatuur en honden. Als Karin besluit haar oordopjes in te doen vatten we slaap.

Zondag 16 april 2006, Botrange - Polleur
De wekker gaat om half zeven, we staan om half acht op. Het regent nu hard en continu. We pakken de tent nu niet nat in, maar zeiknat. We stellen ons de vraag of het niet beter is om voor een tentje te kiezen waar je de binnentent ‘los’ uit kunt halen. En zoals Willem het doet, de buitentent niet in de rugzak te stoppen, maar aan de buitenkant te dragen. We lopen verder naar de plek waarvan ik weet dat daar een soort schuilhut staat. Daar zitten we in ieder geval droog en uit de wind voor het ontbijt. Karin draagt de sporen van de lange vermoeiende dag van gisteren, de de onrustige nacht en een gehaast vertrek. Alsof ze het allemaal niet vrijwillig doet, bovendien zwaar mishandeld wordt, maar ondanks alles toch het ontbijt voor manlief klaarmaakt.
Lowland Conquest versus Hoge Venen
Alle ellende is dan nog niet voorbij, want het traject naar Hockai is zompig en zwaar, Karin’s jas blijkt niet waterdicht en mijn schoenen ook niet meer. Maar we geven er een positieve draai aan: een goede les voor Schotland! En ook leuk om het gebied te doorkruisen waar we de WRT-cursus geven.

Bij Hockai dalen we af richting Hoëgne. Die gaan we een stuk volgen en ik stel Karin de warme kroeg verderop in het vooruitzicht: ‘een half uurtje vanaf hier en je zit aan de warme chocola!’. Het traject is populair en dan ook veelvuldig voorzien van vlonderpaden en bruggetjes. Evengoed zeer de moeite waard, zeker nu met een woeste Hoëgne. Het is nog steeds nat en glad, een slipper op een takje onder de bladeren brengt me uit m’n evenwicht en om te kunnen blijven staan laat ik in de beweging een wandelstok gaan. Als die twintig centimeter verder was beland, in de Hoëgne dus, had ik de andere er achteraan gegooid. Never seperate a twin.

Na een uur komt Karin terug op m’n uitspraak over de warme chocola. Ik doe een poging met: ‘virtueel schat, as a matter of speaking darling, om je op te peppen popper!’ Maar het vertrouwen in mijn inschattingen is toch wel een beetje weg. Want als we bij een houten overkapping aankomen vraagt ze of dit de gelegenheid is die ik bedoelde. Gelukkig stappen we even later de kroeg binnen. De familie van de eigenaar is daar bijeen en bezig met paasmandjes. We blijven in stijl en bestellen bij de warme chocola een soort uitsmijter. Karin moet nog even naar het toilet om haar truitje om te keren; vanmorgen verkeerd om aangetrokken. Maar ze heeft wel haar eigen onderbroek aan. De vader van de familie zegt in het voorbijgaan van Karin iets aardigs tegen haar en kust haar op haar hoofd. Niet vervelend, maar wel bijzonder. Karin vertelt me later dat dit haar wel vaker gebeurd; wat is dat schatje, wat roep je op bij al die mannen?

We buffelen omhoog, het verval op de route is best pittig. Goede oefening. Helemaal bij de Rocher de Blisse, de plek waar Marc en Willem vorig jaar tijdens de WRT-cursus driftig in de weer waren met vuurtje stoken. Bovenop stuurt de GR bewijzering ons in oostelijke richting, terwijl wij meer denken aan Solwaster in westelijke richting. We hebben geen routeboekje, dus we kunnen dit niet controleren. En we hebben inmiddels wel door dat in dit deel van België meerdere GR’s kruisen of samenlopen. We besluiten dus om ons eigen pad te kiezen. Later begrijpen we waarom. Het is lastig om op een directe manier via een beetje aantrekkelijke wandelpaden van Solwaster naar Polleur te lopen.

Dat lukt dan ook niet, maar we vinden voor Polleur nog wel een leuke recht toe recht aan afdaling. De plaatselijke hangjeugd wijst ons de weg naar de kroeg en die is helemaal ok. Aardige bediening, leuke klanten, hond op de barkruk. We besluiten dat we een Rochefort 10 verdient hebben en die smaakt dan ook wel bijzonder goed. Een Franstalig klein meisje begint me vragen te stellen waar ik niets van begrijp. Zij ook niet van m’n antwoord. We eten daar een smakelijke pasta en inmiddels hebben we wel erg veel zin in een goed bed. Hotel? Zwak, maar wel lekker. Dat wordt het dus en even later ligt Karin uitgebreid in bad.
Woeste Hoegne
Maandag 17 april 2006, Polleur - Pepinster
We zijn de kamer niet af geweest. En we hebben een prima meur gemaakt, heerlijk zo’n boxspring. Karin heeft pijn, harde keutels die geen afscheid willen nemen. Ik praat nog even op ze in maar zonder effect. Ik kan mijn dame niet helpen. Ontbijt in de serre, rugzakken pakken en gaan. Vandaag een korte route. In Sasserotte roken we een sigaretje op een bankje en maken plannen om het te koop staande huis tegenover ons te gaan bewonen en te verbouwen. In de spiegeling van een raam van het huis zien we ons zelf: ‘hé, we wonen er al!’. Als we vertrekken komt er net een man met een rode rugzak aanwandelen. Hij neemt het plekje over.

De keus waar te wonen wordt lastig als we langs Chateau de Franchimont lopen, een fraai gelegen en imposant kasteel. De afdaling brengt ons aan de rand van Theux, waar we koffie maken bij de kerk. De rode rugzak passeert ons nu. Als we even later heuvel op schoten horen, moeten we aan hem denken. Gelukkig houden de schoten aan, hij is blijkbaar snel en slim, ze krijgen ‘m niet te pakken.

We lopen vandaag overwegend hoog. Een welkome afwisseling na het rivierentraject wat het thema is van deze GR. Fraaie vergezichten, akkers, bos. We hopen aan het slot van deze wandeling nog een kijk op Pepinster te krijgen, maar dat gaat niet echt lukken. Jaap staat trouw op ons te wachten, we gaan richting Amsterdam.

We vinden dat we onze trekking het beste kunnen afsluiten door ergens nog een hapje te gaan eten. Bij Eindhoven krijgen we het idee om Wendy en Mariska Huinink in Helmond aan te doen. Ze runnen restaurant ’t Gastenhuys aldaar en Wendy kan koken. Als we ons aan zijn open keuken vervoegen uit hij het weerzien op eigen wijze: ‘krijg nou tieten!’. We praten bij en laten de menukeus aan Wendy over.  Dat kan je aan hem wel overlaten. 

Tenslotte
Wat vinden we van deze GR? We zijn enthousiast over de Hoge Venen, het stuk langs de Hoëgne en het deel tussen Polleur en Pepinster. Maar de aanloop van Pepinster naar Eupen is minder en de kilometers langs de Helle naar de Hoge Venen zijn overwegend saai. In het kader van de voorbereiding op Schotland is het ok, er zit het nodige verval in, de kuit- en scheenbeenspieren zijn gesterkt. We weten ook dat we nog de nodige aandacht aan het materiaal moeten schenken. Al met al kijken we terug op een leuke tocht. Scotland, here we come!

Amsterdam, april 2006, Leendert P. Bakker.





 


In de kroeg in Polleur Bij Chateau de Franchimont Karin
Door de groene rand van Luik in de richting van de vallei van de Vesder, voorbij Pepinster en langs de rand van de vroegere industrie-stad Verviers. Door bossen naar het oude, vergeten vestingstadje Limbourg. Door de weiden naar Eupen (aansluiting met GR AE Noord) en vandaar door de vallei van de Helle tot op het plateau van de Hoge Venen. Van op de hoogte daalt het pad af naar de Pont de Belleheid op de Hoëgne.
Het loopt door bossen en weiden, via Polleur naar Theux (kasteelruïne Franchimont). Van hieruit gaat het terug naar Pepinster, zodat de lus rond is.  Bij de Pont de Belleheid begint een variante die via Spa en de linkeroever van de Hoëgne eveneens bij Theux passeert en uitkomt bij het station van Pepinster. Hierdoor wordt dus een tweede lus gevormd (Pepinster – Pont de Belleheid – Pepinster).
.